dinsdag 3 juni 2008

Cadeautje

Zoonlief gaf op mijn verzoek de ober in het restaurant twee euro van het wisselgeld terug. Un regalo, zei hij erbij. Wij moesten lachen. Ik zei dat het propina heet. Er wordt hier niet bijzonder scheutig mee omgesprongen. Of laat ik zeggen, het is onder Catalanen geen populaire bezigheid. Ze doen alsof het tipgeven hun is opgedrongen door al die nieuwkomers die de afgelopen honderd jaar op hun landje zijn afgekomen. Met een eurootje hier of daar zijn ze wel klaar. Ik haal inmiddels, zoals uit de eerste zin blijkt, ook de tien procent niet meer. De Catalanen zijn vermaarde zuinigerds, om dit Noord-Nederlandse begrip te gebruiken en niet het kwaadaardiger vrekken of gierigaards. Over Catalanen worden dezelfde grappen gemaakt als over Schotten en Groningers en Nederlanders in het algemeen. Ze geven hun geld hier niet graag uit. Met rijkdom wordt niet gepronkt. Je ziet iemands welvaart aan de kwaliteit van de kleren af of aan een enkel sieraad dat stiekem een vermogen waard is. Het geld zit hoog tegen de heuvel op, in de zona alta in wijken als SarriĆ  en Sant Gervasi, en het blijft daar lekker zitten. La Vanguardia besteedde enige tijd terug een spread aan het fooigedrag van de Barcelonezen. Er werd geen oordeel geveld. Wel werd met licht geamuseerde verwondering vastgesteld dat het er elders heel anders aan toegaat. Men vergat niet te vermelden dat in veel landen het bedienend personeel voor zijn inkomen in hoge mate van het extraatje afhankelijk is. Hier vertrouwt men erop dat de loonvoorziening goed geregeld is. De wet gaat boven persoonlijk initiatief. Die indruk is niet altijd terecht. De obers houden de toeristen graag in het ongewisse over de heersende gebruiken.

Geen opmerkingen: