donderdag 31 januari 2008

Kreperen

Palliatieve sedatie, het vervangen van medicatie door morfine tot de dood er op volgt, is in Spanje bij uitzichtloos lijden een toegestane praktijk. Maar wanneer is van uitzichtloos lijden sprake? Hier wordt een zwaar moreel beroep gedaan op de professionaliteit van medici. En op het vertrouwen van de gemeenschap, zo is gebleken. Drie jaar geleden kwam bij de politie een anonieme tip binnen dat in het ziekenhuis Severo Ochoa in de Madrileense voorstad Leganés honderden patiënten via sedatie waren vermoord. Dokter Luis Montes en zijn team werden vervolgd. Bij monde van raadsheer Lamela van Volksgezondheid en zijn president Esperanza Aguirre, beiden van de Volkspartij, plaatste de Comunidad de Madrid de medici op het schavot door de zaak onder de aandacht van pers en publiek te brengen. De krant El Mundo en radio Cope namen vervolgens met hysterische berichtgeving de openbare terechtstelling voor hun rekening. Deze week oordeelde het hof van beroep dat onzuiver handelen niet bewezen kon worden. Dokter Montes is inmiddels een gebroken man. De hetze heeft ook tot gevolg gehad dat overal in het land palliatieve sedatie op een laag pitje is gezet. Medici willen hun loopbaan niet riskeren. Vele duizenden terminale patiënten zijn daardoor ouderwets gekrepeerd. De vraag die beklijft is waarom de Volkspartij en haar spreekbuizen zo furieus reageerden op basis van niet meer dan een anonieme aangifte. Moest er een rekening worden vereffend? Blijkbaar is politiek gewin een vertrouwenscrisis en verwoeste levens wel waard. Lamela en Aguirre zijn zich van geen kwaad bewust. Aguirre zegt verheugd te zijn dat het recht zijn loop heeft gekregen. Excuses zul je niet van haar horen. Macht is het enige wat telt.

woensdag 30 januari 2008

Als iedere druppel telt

De droogte zet nu echt door. Het heeft de hele maand januari niet geregend. Het is heerlijk weer. Alleen de nachten herinneren eraan dat het winter is. Omdat we niet langer op de hemel kunnen rekenen, is het tijd voor watermanagement. Naast het vliegveld wordt een zuiveringsinstallatie voor zeewater aangelegd. Uit de kustbodem wordt zilt grondwater opgepompt dat na een paar keer te zijn gefilterd met kracht door een membraan wordt gespoten. Ongeveer de helft van het water, met zoutkristallen, blijft hangen. De andere bijna zoutloze helft is na een stevige chloorbewerking voor gebruik geschikt. Kost een euro per kuub. In Almeria, waar het al jaren niet meer regent, is dit recept beproefd. Om op korte termijn de nood te lenigen is een scheepslijntje naar Almeria opgezet. Ondertussen mogen de burgers ook een druppeltje bijdragen. De Generalitat, de regionale overheid, heeft ons verblijd met een via de kranten verspreid gratis waterspaartuitje. Tot wel zeven procent minder waterverbruik, ronkte de advertentie. Het presentje bestaat uit een doosje van ongebleekt karton met daarin twee spuitmondjes, een plastic montagesleutel en een summiere instructie, plus een lijstje met waterspaartips. Niet de kraan laten lopen onder het tandenpoetsen, en meer van dat soort open deuren. Ik kreeg gisteravond een doosje en heb meteen beide mondjes gemonteerd. Inderdaad een zeer eenvoudige handeling. Of het helpt is de vraag. Het duurt nu weliswaar zeven procent langer voor mijn bak met afwaswater vol is, maar ik neem er natuurlijk niet minder om. Nu ja, het is goed bedoeld. We zullen ons maar niet afvragen op welke afvalhoop al die oude spuitmondjes terechtkomen.

dinsdag 29 januari 2008

Een zegswijze als zienswijze

Manuel Pizarro is door de Volkspartij binnengehaald als de wonderdokter die na de verkiezingen de economische crisis moet afweren. De voormalige bestuursvoorzitter van het landelijke energiebedrijf Endesa is vooral bekend geworden om zijn verzet tegen overname door het van oorsprong Catalaanse gasbedrijf Gas Natural. Liever verkocht hij Endesa aan het Duitse E.on. Zoiets wordt hier altijd verkeerd begrepen. La Vanguardia liet Pizarro afgelopen zaterdag aan het woord. Hij laat zich kennen als een ouderwetse monetarist die gelooft in de macht van het geld. Je pakt hier wat en je geeft daar wat en dan helpt onze hebberigheid de economie er wel weer bovenop. Lekker simpel en een bewezen recept voor groeiende ellende in de derde wereld. Daar kan Pizarro blijkbaar niet mee zitten. Wat de beoogde minister van Economie verder vindt of wil, wordt niet duidelijk. Hij verbergt zich graag achter spreekwoorden. Als je niet anticipeert neemt de stier je op zijn horens, laat Pizarro ons weten. Het vuur dooft in de winter en niet in de zomer, is zijn vaste overtuiging. En je moet nooit laten merken dat je handen zijn gebonden. Spreekwoorden, daar zijn ze gek op in dit land. Spreekwoorden verbinden het heden met het verleden, ze geven voor iedere situatie een beproefd middel, ongeacht de omstandigheden. Pizarro weet ook nog te vertellen dat een klein wolkje geheid regen betekent, althans zo was dat in zijn jeugd in Teruel, city of hams. Zijn mooiste uitdrukking heeft deze carrièremaker die zegt zo graag zijn land te dienen uit het Chinees. Wie niet kan glimlachen moet geen winkel beginnen. Glimlachen, dat is politici wel toevertrouwd. Wij gaan met Manuel interessante tijden tegemoet.

maandag 28 januari 2008

Op zijn kop

Sportverslaggeving en dan vooral voetbal is een praktische toegangspoort naar een nieuwe taal. Zelfs voor mij tamelijk exotische talen als Hongaars en Fins gaven op de voetbalpagina’s van de krant een deel van hun geheimen prijs. Ook het zoveel begrijpelijker Spaans opende zijn deuren via de voetbaltaal. Dat komt omdat sportverslaggevers overal ter wereld dezelfde clichés hanteren. Zonder een woord te kennen weet je wat er ongeveer moet staan en zo openbaren zich vanzelf de woorden en hun betekenissen. De volgende logische stap is het sportjournaal op tv. Met de beelden ter ondersteuning valt de klankenstroom uiteen in zinnen en begrippen. Wat hier evenwel heel lang ondoorgrondelijk is gebleven, zijn de uitslagen. Men heeft hier de gewoonte om de beelden niet-chronologisch te presenteren. Met het winnende doelpunt beginnen is heel gewoon. Dan volgen de rode kaarten en dubieuze scheidsrechterlijke beslissingen en nog wat schijnbewegingen en goals. Als je even niet oplet heb je geen idee hoeveel het is geworden, of zelfs maar naar welke wedstrijd je zit te kijken. Aanvankelijk weet ik dat aan mijn eigen onkunde. Maar na twee jaar blijft het voetbaljournaal zo’n onnavolgbaar allegaartje van beeld en geluid dat ik begin te geloven dat ook de Spanjaarden er niks van snappen. Je moet de uitslagen vantevoren kennen, anders biedt dat met een hoop opwinding gebrachte gedraaf geen enkel aanknopingspunt. Alles went, dus ik vind het al bijna normaal dat tijdsverloop geen betekenis speelt bij het opdissen van de doorslaggevende momenten. De emotie wordt losgezongen van de werkelijkheid. Gelukkig maar. De emotie wil dat jouw club de mooiste en de beste is. De werkelijkheid zet Real Madrid op kop.

zondag 27 januari 2008

Lange weg

Wanneer ik bij binnenkomst de klas meedeel: vandaag gaan wij eens fijn over de future continuous praten, dan zie ik mijn cursisten in de verdediging kruipen. Future wat? Geen enge regels, alsjeblieft. Hun reactie is nog net zo als vroeger op de middelbare school, zij het wat minder ostentatief. Les geven is een subtiel spel, ontdek ik. Leermomenten moeten schijnbaar toevallig passeren, anders hebben ze nauwelijks effect. De mens is blijkbaar van nature geneigd zich tegen kennis te verzetten. Dat zie je ook bij de eeuwigdurende ontmoeting der volken. De Barcelonezen konden gemakkelijk denken dat ze niet discrimineren. Er zijn weinig buitenlanders en ze wonen in hun eigen wijken. Maar nu dwingt het opgerolde zelfmoordcommando, door een van de beoogde moordenaars verraden, om na te denken over het verschil tussen een terrorist en een vreedzaam burger. Dat gaat niet iedereen even gemakkelijk af. Het grote jullie moeten is begonnen. De vingertjes gaan de lucht in, het is wij tegen zullie. Bij monde van de niet van de buis te verdrijven praatshowgastheer Josep Cuní hoorde ik de Pakistaanse gemeenschap vriendelijk doch dringend worden verzocht zich als modelburger te gedragen, want daar heeft de geschokte bevolking van onze vredelievende stad op dit moment erg behoefte aan, dat begrijpt u zeker wel. De genodigden, vertegenwoordigers van twee maatschappelijke organisaties en de volwassen zoon van de gearresteerde imam, zaten er wanhopig bij. Wat moet je daar nu op zeggen? Zoonlief kwam niet verder dan de verzekering dat hij zijn vader zo niet kende en de vertegenwoordigers deden al dertig jaar hun best de ontmoeting der volken in goede banen te leiden. Wilde Cuní dat zij op dat moment de verantwoordelijkheid voor andermans gedrag op zich namen? Zo eindigde het gesprek in een akelig zwijgen. Er is nog een lange weg te gaan.

zaterdag 26 januari 2008

Porc senglar

Collserola, de heuvelrug achter Barcelona, herbergt everzwijnen. Die zullen daar ooit zijn uitgezet, want het nationale park is aan alle kanten door steden en snelwegen omgeven. De zwijnen hebben het goed. Ze fokken er lustig op los. Het park wordt ze te klein. In Montbau, een flatwijk hoog op de heuvel met schitterend uitzicht over de stad en de zee, stropen zwijnen de vuilnisbakken af. Er ligt daar van alles. De bewoners klagen. Andere bewoners geven de dieren te eten. Daar wordt ook over geklaagd. Inmiddels heeft een afsplitsing via de aangelegde wildtunnel de wijk weten te nemen naar het park van Garraf, twintig kilometer naar het zuiden. Daar doen ze zich te goed aan vogeleieren. Ook de lokale tuinbouwproducten gaan er wel in. De gezamenlijke overheden hebben nu besloten iets te doen. Hekken hebben geen zin want daar breken de zwijnen doorheen. Sterilisatie is een serieuze optie. De beschermde dieren mogen niet geschoten worden. Dat is jammer. Everzwijn, of porc senglar zoals ze hier zeggen, is erg lekker. En gezond bovendien, mag je aannemen. Je kunt everzwijn roosteren boven een vuur of in zijn eigen vet sudderen. Dat laatste levert een zware saus op waar veel uien en paddestoelen doorheen gaan. Een vol glas wijn doet de rest. Zwijn met wijn, het is een vanzelfsprekende combinatie. Het lekkerst maken ze dat in de provincie klaar. Na afloop moet je naar huis rijden. Halverwege begint de overdaad zich te wreken. De stadse maag zoekt verlichting. Op een achterafweggetje vind je gelegenheid om je discreet van je overgewicht te ontdoen. Uit de struiken klinkt geknor. Daar zijn ze! Je mag wel voortmaken. Gauw veeg je met wat voorhanden is, droge bladeren waarschijnlijk, je mond af. Terug in de auto moet je even op adem komen. Ik eet nooit meer everzwijn, zeg je. Dit jaar, bedoel je.

vrijdag 25 januari 2008

Saura

Arme Joan Saura. Joan Saura is de voorman van Iniciativa per Catalunya Verds, ons eigen GroenLinks. In de deelstaatregering vervult hij sinds anderhalf jaar de rol van raadsheer (minister) voor binnenlandse zaken. Hij is dus ook met de politie belast. Dat is voor een voormalige hippie die niks tegen kraken heeft en vindt dat drugs gelegaliseerd moeten worden geen gemakkelijke positie. Onder zijn verantwoordelijkheid gebeuren zaken waar hij en zijn partijgenoten van gruwen. En dan werd er afgelopen weekend een Pakistaans zelfmoordcommando opgerold door de nationale terreurbestrijding. Volgens Saura, die ook niet meer wist dan hem verteld was, viel het allemaal wel mee. Volgens de druppelsgewijs naar buiten sijpelende informatie van de geheime dienst viel het helemaal niet mee. Er bestonden zeer concrete plannen om twee treinstellen van Lijn 3, een winkelcentrum en een moskee (sic!) op te blazen. Dat had de dienst via de Franse collega’s van een verklikker te horen gekregen. Hoe waar dat is weet op dit moment nog niemand, dat zal misschien uit de verhoren blijken. Maar Saura’s geruststellende woorden zijn natuurlijk koren op de molen van de oppositie, die hem onverantwoordelijkheid en onwetendheid verwijten. Iemand die blijkbaar door Madrid niet serieus wordt genomen, kan maar beter aftreden. Arme Joan Saura. Zijn politieke vergezichten beslaan een groen en gelukkig Catalunya, met windmolens en treinen, zonder vieze industrie en moeilijke problemen. Zijn politiemannen helpen oude vrouwtjes oversteken en geven kwajongens een vaderlijk standje. De botsing der beschavingen komt in zijn wereldbeeld niet voor. We zijn allemaal lieve mensen. Nu heeft de wrede werkelijkheid hem ingehaald. Hij zou inderdaad beter kunnen aftreden, voor zijn eigen geluk.

donderdag 24 januari 2008

Waarheidsvinding

Afgelopen zaterdag viel de politie op verschillende adressen in Raval woningen, een moskee en een slagerij binnen. In totaal veertien mensen werden opgepakt en naar Madrid overgebracht. Vier van hun zijn inmiddels vrijgelaten, de overigen blijven voorlopig in hechtenis op verdenking van het beramen van aanslagen. Volgens de Audiencia Nacional, een in de hoofdstad zetelende bijzondere rechtbank die is belast met de vervolging en berechting van tegen de staatsveiligheid gerichte delicten, wilden de tien een drietal zelfmoordaanslagen plegen in het openbaar vervoer van Barcelona. Datum van uitvoering afgelopen weekend. De politie was er dus op het nippertje bij. Die zaterdag was er niks gebeurd, maar de zondag had het dan raak moeten wezen. Deze mededeling werd gistermiddag door de hoogste opsporingsambtenaar van de rechtbank gedaan. Hij baseerde zich op anonieme getuigenverklaringen, volgens La Vanguardia vanochtend op informatie van de geheime dienst CNI. In Barcelona haastte Joan Saura, portefeuillehouder van binnenlandse zaken in de deelstaatregering en belast met politie, zich te verklaren dat van een onmiddellijke aanslag geen sprake was. De tien waren voornemens drie van hun, onlangs met een verse hersenspoeling uit Noordwest Pakistan gearriveerd, tot ontploffing te brengen, dat is waar, maar concreet waren de plannen nog niet. Een partijgenoot riep op geen “sfeer van alarmisme” te creëren. Hierop heeft Gedeeld Perspectief met afkeuring gereageerd. Het is duidelijk dat Saura door Madrid niet serieus wordt genomen, aldus een woordvoerder in het Catalaanse parlement. Dat is uiteraard mogelijk. Het is ook mogelijk dat de geheime dienst overdrijft. We zijn zo gewend geraakt aan liegende overheden dat niemand nog weet wat waar is. Is zo’n politieactie een excuus om de teugels aan te halen of lopen we werkelijk gevaar? De arrestanten en hun omgeving spelen uiteraard de vermoorde onschuld. Daar worden we niet wijzer van. We weten het pas als het gebeurt.

woensdag 23 januari 2008

Een lach en een traan

De regelzucht, dat onbegrijpelijke verlangen om de burger met behulp van de modernste opsporingstechnieken en vele miljoenen aan belastinggeld op de vingers te tikken, heeft alweer een slachtoffer geëist. Barcelona stond bekend om zijn mooie graffiti. Overal in de binnenstad kwam je de fraaiste muurschilderingen tegen. Lokale kunstenaars gebruikten de straat om hun ei kwijt te kunnen. Cartoonisten tekenden bij nacht en ontij hun helden en heldinnen op een blinde muur. Fotografen maakten daar dan weer fotoboeken van die in kunstwinkels te koop waren. Toen besloot de gemeente deze vrijheid aan banden te leggen. Het moest niet gekker worden. Graffiti is immers verboden. Dat staat in de wet. Er werden verbalisatieteams op pad gestuurd. Wie betrapt werd kon op een fikse boete rekenen. Omdat het maken van een schilderij veel tijd vereist, was de pakkans navenant groot. In zeer korte tijd verdween de artisticiteit uit het straatbeeld. Operatie geslaagd. Maar de muren bleven niet lang leeg. Een hier tot nu toe redelijk onbekend fenomeen deed zijn intrede: de tag. Even een snelle handtekening zetten is betrekkelijk risicoloos. Je ziet nu overal van die makkelijke kreten. Graffiti is ordinair geworden. De kunstenaars zijn verdreven door jongelui die het om de daad is te doen. Een door schoonmaakploegen kaalgespoten muur staat binnen een paar dagen weer vol snelle lijnen. De kosten voor dit soort onderhoud zijn in een jaar tijd verdubbeld. Uiteraard wast de gemeente haar handen in onschuld. Men doet slechts zijn plicht. Maar het voedt de frustratie bij mensen die naar eigen eerlijke overtuiging een bijdrage aan hun omgeving proberen te leveren. Dat leidt vanzelf tot wangedrag, wat dan weer extra controle tot gevolg heeft. Het zou om te lachen zijn als het niet om te huilen was.

dinsdag 22 januari 2008

Schrijn

Vanochtend was Tibidabo in een wolk van optrekkende nevel gevangen. Alleen de spits stak boven het witte waas uit, alsof de vereerden – zoals zij willen doen geloven – vanuit de hemel op ons neerkeken. Tibidabo is de kerk in de vorm van een space invader raket die 500 meter boven de stad op Collserola staat. Tibidabo is ook het naastgelegen pretpark uit 1899 waar je met uitzicht op de huizen diep beneden aan zee in een bakkie kunt rondslingeren. Tibi dabo betekent ik zal je geven en is afkomstig uit een uitspraak van de duivel, die Jezus het aardrijk biedt met de woorden: dit alles zal ik je geven als je voor mij neervalt en mij aanbidt. Aldus de bondige versie van Matteüs 4:9. De tekst is te lezen in een van de ramen van de heilig hartbasiliek zoals de kerk heet, een directe referentie aan de Sacre Coeur op Mont Martre, en impliceert dat de duivel in het bijzonder het vruchtbare laagland waarop Barcelona is gebouwd aan Jezus aanbood. En inderdaad haalt men hier de neus niet op voor het aardse slijk. Wie er warmpjes bijzit gelooft lichter, is hier de overtuiging. Je kunt Tibidabo bereiken met het laatste overblijfsel van Barcelona’s oorspronkelijke tramnet, de tram blau. Je kunt er ook met de auto, bus of lopend heen. Tibidabo is een altaar voor de stad. Van overal is de basiliek zichtbaar, als het weer het toelaat. Ik zie haar wanneer ik langs het stadion loop, ik zie haar wanneer ik door Balmes of Passeig de Gràcia omhoog kijk, ik zie haar wanneer ik op een zondagavond naar de stad terugkeer en de verlichte voorgevel – klaar om op te stijgen – mij als een baken veilig naar huis loodst. Niet eerder zag ik haar op een wolk boven de stad zweven, de spits door een stralende ochtendzon verlicht. Niet eerder ook zag ik de natuur zo onomwonden uit de doeken doen dat goed en kwaad wat haar betreft hetzelfde zijn.

maandag 21 januari 2008

Varkenskop

Wie Barça steunt, is tegen Madrid. Het is niet het belangrijkste element van het culé zijn maar het hoort er wel bij. Madrid vertegenwoordigt het centraal gezag en dat wil iedere fan graag overwonnen zien. Ook voor Atlético is er niets mooiers dan een overwinning op de gehate stadgenoot. Overstappen van de ene op de andere club is not done. Toen Ronaldo via Internazionale bij Real Madrid belandde, werd hij bij terugkeer in Camp Nou met een pittig fluitconcert ontvangen. Nog veel bonter maakte Luis Figo het. De Portugees speelde vijf seizoenen bij Barça, bezorgde de club in die periode een reeks prijzen en droeg in zijn laatste jaren de aanvoerdersband. Figo was van hier, een van ons, een aangenomen zoon van Catalunya. En toen, na een zomer lang te hebben ontkend dat van een aanstaande overgang sprake was, vertrok Luis Figo van de ene op de andere dag naar de merengues om zich te laten presenteren als de verkiezingsbelofte van de nieuwe voorzitter Florentino Perez, de man die in de daarop volgende seizoenen de duurste sterren van de wereld zou kopen. Luis Figo was de eerste galactico. Bij terugkeer in Camp Nou voor de competitie op 23 november 2002 (toen was hij al meer dan een jaar weg) werd Figo niet zozeer warm onthaald als wel in het openbaar gelyncht. De verrader werd op een continue spervuur van bierflesjes, mobiele telefoons en andere overbodige zaken getracteerd. De toenmalige clubvoorzitter Joan Gaspart moest de tribunes afdalen om de gemoederen tot bedaren te brengen. Toen ook zag iedereen het mooiste voorwerp liggen dat Figo naar het hoofd was geslingerd, een heuse varkenskop. Die varkenskop is momenteel te zien in een verder nogal willekeurige tentoonstelling over voetbalgeweld in de galerie van Caja Madrid aan Plaça de Catalunya. Wel mooi is een foto van de trainer van Barça een kleine achttien jaar geleden, wanneer hij met gemengde gevoelens achter de Duitse voetballer Rudi V. aanloopt en een uit zijn keel afkomstige fluim onderweg is om geschiedenis te schrijven.

zondag 20 januari 2008

Schoorsteenmantel

Van oudsher vindt fabricage aan de rand van de stad plaats. Toen steden nog ommuurd waren, stonden de trafieken buiten de poort. In de eerste decennia van de industriële revolutie werd deze logica vervangen door de wet van de slavernij, die voorschreef dat een fabriek een bakstenen plantage moest zijn op minimale afstand van de verblijfshokken van de arbeiders. Woonwerkverkeer was geldverspilling. Toen de welvaart het toestond werd de productie weer naar de rand van de stad gedrongen. De stadsrand is een rafelrand van fabrieken, opslag en diverse negosie. Het is er prettig toeven, vooral in tijden van economische neergang wanneer de betrekkelijkheid van al dat nijvere gedoe in stof en roest staat gegrift. Voor het geoefende oog zijn er in de stad nog tal van herinneringen aan oudere rafelranden te zien. Een stad dijt uit als kringen in een vijver. Achter de rafel wordt een nieuwe wijk gebouwd die vervolgens naar binnen toe tegen de stad aangroeit. Waar beide elkaar ontmoeten blijven soms nog tientallen jaren de littekens van eerdere activiteit zichtbaar: een driehoekje gras met een roestig hek ervoor, een straatje met arbeidershuisjes tussen hoge flats, een voor opslag gebruikt fabrieksgebouw, het talud van een voormalige goederenspoorlijn. Uiteindelijk moet alles wat geen nut heeft verdwijnen. Vanwege het eeuwige ruimtegebrek is er weinig gelegenheid tot monumentalisering van zulk verleden. Het heden is een voortdurende strijd tegen vroeger. Om niet ongevoelig voor de geschiedenis te willen lijken, zijn daarom schoorstenen uitverkoren om monument te zijn. Overal buiten het centrum kom je netjes gerestaureerde fabrieksschoorstenen tegen: in een plantsoentje, op een pleintje, achter een muurtje, tussen de huizen. Veel meer dan een herinnering aan het feit dat er zoiets als een verleden bestaat zijn ze evenwel niet. Hoe dat verleden was, hoe mooi, hoe gruwelijk, hoe nutteloos, dat vertellen die rookpijpen niet. Geschiedenis is een zilveren tabaksdoos op de schoorsteenmantel. Intussen groeit de stad vrolijk verder.

zaterdag 19 januari 2008

Che

Het Palau de la Virreina aan de Ramblas herbergde de afgelopen maanden de rondreizende tentoonstelling CH€. Thema was de vermarkting van het symbool Che, oftewel Ernesto “Che” Guevara. Dat symbool is in de eerste en eigenlijk enige plaats de foto die de Cubaanse fotograaf Alberto Korda in 1960 van Che maakte, een afbeelding die als weinig andere een volstrekt eigen leven is gaan leiden. Che, dat is de foto van de toenmalige minister van industrie van Cuba, met voor die tijd lang haar, een pet met de vijfpuntige ster van het socialisme op zijn hoofd en een slank leren jack aan dat met zijn scheerwollen ringen tussen mouwen en borststuk al enigszins vooruitliep op Startrek en de spacelook van de late jaren zestig. Met die vermarkting viel het overigens wel mee. Ja, er waren bierflesjes met het hoofd van Che, Che sokken, sigaretten van het merk Che, Che-asbakjes en Che grote vloei voor wie lekker high wil worden van het revolutionair gedachtengoed. Er was ook een open brief aan Carlos Santana, dat hij maar niet naar Miami moest komen nadat hij bij een muziekprijsuitreiking was gesignaleerd met een Che trui aan. Want Che was een ordinaire boef en moordenaar, laten we dat niet vergeten. Velen dachten en denken daar, verblind door onwetendheid en romantiek, anders over. De expositie liet vooral zien hoe overal ter wereld mensen het icoon van Che hebben gebruikt om hun eigen revolutionaire bereidheid kenbaar te maken. Dus waren er foto’s van Che muurschilderingen van over de hele wereld, Che schilderijen uit Vietnam en talloze in bescheiden oplagen gezeefdrukte Che T-shirts, goedbedoelde aardigheidjes die de makers niet meer dan een bescheiden winstje zullen hebben opgeleverd. En dan was er de onvermijdelijke Nieuwendijkvariant: Che met een marihuanablad op zijn pet, een lodderige oogopslag en de groeten uit Amsterdam. CH€, weet je.

vrijdag 18 januari 2008

Kantoorleven

Een keer per drie maanden, in de eerste dagen van het nieuwe kwartaal, maak ik mijn opwachting bij de gestoria om de inkomsten en uitgaven van het afgelopen trimester door te nemen, waarna uit mijn naam alle noodzakelijke afdrachten keurig worden verzorgd. Mijn gestora, gezegend met de geruststellende naam Delia Segura, zetelt op de hoek van Casanova en Paris in een betonnen gevaarte uit de jaren vijftig, een van die ogenschijnlijk opzettelijk in de Eixample gekwakte gedrochten die je eraan helpen herinneren dat de geschiedenis in dit land een eeuwig zwerende wond is. Het kantoor van Señora Segura is een waaier van bruinen. De vloer is bedekt met donkergrijze granito tegels, de muren zijn tot schouderhoogte bekleed met diepbruin fineer en daarboven een eerder verschoten dan gebroken wit geweven behang. In de tussendeuren zit rookglas met een borrelglaasjesmotief, het chroom met leren meubilair is sinds de eerste oplevering niet vervangen en in de wachtkamer hangt een landschapje in goedkope Van Gogh-imitatie. De gangen zijn smal en de ijzeren luxaflex aan de buitengevel houdt de zon tegen. In verborgen hoekjes duiken voorwereldlijke kantoormachines op, waaronder een elektrische rekenmachine met tien cijfertoetsen en de vier basisfuncties + - : en x. Mijn vader had heel lang geleden zo’n zelfde apparaat in zijn kantoor staan, met een papierrol erin om de berekening volautomatisch uit te typen. Een wonder van techniek! Het is telkens weer een vreugde om hier binnen te dringen en dit verborgen museum van verdwenen kantoorleven in ogenschouw te nemen.

donderdag 17 januari 2008

Ontevreden

De Volkspartij heeft de afgelopen jaren op weinig verheffende wijze oppositie gevoerd. Over allerlei even onwaarschijnlijke als onbeduidende zaken werd een hoop gekrakeel gemaakt en ondertussen stemde men stilletjes met veel wetsvoorstellen van de regering mee. Partijleider Rajoy en zijn vazallen hoopten een gevoel van onrust en ontevredenheid in het land op te roepen – en inderdaad zijn er veel mensen die denken dat Zapatero een samenzwering met de regio’s is begonnen om het eertijds schitterende Spanje uiteen te laten vallen – maar de grootste onrust valt in eigen gelederen waar te nemen. Afgelopen najaar werd de voorman van Catalunya Josep Piqué de wacht aangezegd, omdat hij het waagde begrip te tonen voor de onrust rondom de infrastructurele werken. Voor zulke softies is in de partij geen plaats. En gisteren kreeg burgemeester Gallardón van Madrid te horen dat voor hem geen plekje op de kieslijst is gereserveerd. Daarmee zijn de belangrijkste gematigde krachten, mogelijke stemmenwinners aan de overzijde, uit de weg geruimd. Grote winnaar van deze laatste paleisintrige is de president van de Comunidad de Madrid, Esperanza Aguirre. Onthoud die naam. De Volkspartij is weer wat het altijd al was: een door voormalige falangisten opgerichte conservatieve belangenpartij die tot elke leugen bereid is om het ongeïnformeerde volk aan zijn zegekar te binden. Mariano Rajoy, die van een zwarte kleurspoeling is overgestapt op een donkerbruine met rode glans, veinst opeens medeleven met de minderbedeelden. Onder zijn leiding krijgen de armen er een centje bij, durft hij met droge ogen te beweren. De strijd met de regio’s gaat intussen onverminderd voort. Het moet maar eens afgelopen zijn met onderwijs in het Catalaans, vindt Rajoy, een standpunt waarvoor hij in achterlijke dorpjes in Extremadura vast wel begrip weet te oogsten.

woensdag 16 januari 2008

Afvalrace

Afgelopen maandag heeft premier Zapatero het parlement ontbonden en verkiezingen uitgeschreven. We wisten al een tijdje dat 9 maart de verkiezingsdatum ging zijn, dat was in oktober al toegezegd, maar formeel werd het eergisteren pas bekend gemaakt. De verkiezingscampagne begint pas twee weken vóór het volksfeest van de democratie, zoals de stembusgang in conservatieve kringen wel wordt aangeduid. Tot die tijd maken de kandidaten al wel reclame voor zichzelf, maar ze mogen nog niet om stemmen vragen. Dus zie je op billboards in koeienletters schitterende holle leuzen in de trant van: met ons gaat alles beter; wij doen het anders; en niet te vergeten de diverse regionale varianten op eigen volk eerst. De strijd zal zoals altijd tussen de Arbeiderspartij en de Volkspartij gaan, een gevecht dat sterk het karakter heeft van een afvalrace. Wie is de minst slechte? De Arbeiderspartij heeft de afgelopen jaar tot nut en genoegen van de bevolking haar maatschappelijke agenda uitgevoerd. Met steun van Verenigd Links is een reeks emanciperende wetten aangenomen. Economisch is men zoals overal afhankelijk van het beursklimaat, dus zal aan de overvloed binnenkort wel een einde komen. ETA is ondanks alle goede bedoelingen niet in bedwang gehouden. Zapatero had gehoopt dat de Baskische bevolking tegen de geweldscultuur van haar eigen jongerenbeweging in opstand zou komen. Dat is niet gelukt. Nog altijd vergoelijkt een flink deel van het electoraat de spaanders die vallen in de gerechtvaardigde strijd voor onafhankelijkheid. ETA is en blijft een probleem, overigens vooral in Euskadi. De kans door een bomaanslag om het leven te komen is minimaal. Veel ernstiger zijn de afpersingspraktijken waarmee lokale ondernemers te maken hebben. Die ontvangen dreigbrieven: je geld of we steken de boel in de fik. En dat gebeurt vervolgens ook. Het is tekenend voor de gedoemde zelfbevlekking waaraan dit rebellenleger lijdt. Opstandig zijn is allang een doel op zich geworden. Morgen de crisis in de Volkspartij.

dinsdag 15 januari 2008

Indikken

In zijn lekker leesbare en bij vlagen hilarische sociologische reisgids Barcelona schreef Robert Hughes begin jaren tachtig dat er hier meer auto’s dan parkeerplaatsen waren, ongeveer twintig procent meer, waaraan hij de conclusie verbond “dat er dus altijd, dag en nacht, ten minste honderdduizend auto’s door de stad rijden”. Sinds deze woorden zijn er een hoop parkeergarages bijgekomen. Ieder nieuwbouwproject begint met een enorme kuil waarin meerdere parkeerdekken worden afgezonken. Het aantal voertuigen neemt ondertussen ook ongeremd toe. Parkeren blijft om ingenieuze oplossingen vragen. Een ervan is het kleiner maken van de parkeervakken. Logisch. Hoe meer plekken, hoe meer plek. Jammer alleen dat de trend in autokopen telkens groter is. Hoger, sneller, sterker, autobouwen is een Olympische sport. Veel van die vakken steken aan voor- en achterzijde over het aangebrachte kader heen. Toch heeft dat geen gevolgen voor de bezettingsgraad. Die is en blijft 100%. Het blik staat bumper aan bumper en de kleintjes compenseren op de een of andere manier het teveel van de bezittende klasse. Hoe het precies functioneert is me niet duidelijk, het zal ermee te maken hebben dat Barcelonezen graag allemaal op hetzelfde moment hetzelfde doen, maar feit is dat je zelden van die ergerniswekkende halve plekken ziet. Barcelona is een lesje in ruimtegebruik. Les een voor parkeerwachten: niet moeilijk doen over dubbel parkeren. Zolang de accu niet leeg is en de signaallichten nog werken, mag je rustig dubbel staan. Dat is een prettige zekerheid. Het scheelt een hoop ergernis en ergernis, dat weet iedereen hier, is omgekeerd evenredig met ruimtelijkheid.

maandag 14 januari 2008

Rebajas

Het gaat niet goed met Ronaldo de Assis, beter bekend als Ronaldinho el Gaucho, liefkozend Ronnie of Roni genoemd. Toen de lachende cowboy in de zomer van 2003 naar Barça kwam, maakte hij de hooggespannen verwachtingen onmiddellijk en volledig waar. El Gaucho nam het elftal op sleeptouw. Vanaf zijn geliefde plek aan de zijlijn verdeelde hij het spel en hij scoorde alle belangrijke doelpunten zelf. Het leverde twee landskampioenschappen en in mei 2006 de Champions League op. Ronnie was een wereldster, beter dan zijn directe voorgangers en misschien wel even goed als de eeuwige sterren Pelé en Maradona. Toen kwam de WK in Duitsland. El Crack speelde slecht. Het WK voor clubteams eind dat jaar ging verloren. Het elftal draaide door blessures stroef, Ronnie kon er geen beweging in krijgen. Hij kon, zo leek het, vooral in zichzelf geen beweging krijgen. Er werden verklaringen gevonden. El Gaucho was moe. Er werd geroddeld dat hij teveel uitging. Er verschenen compromitterende foto’s van een met overgewicht worstelende volksheld in de krant. Afgelopen zomer wilde Chelsea hem graag voor een heleboel geld overnemen. Club en speler weigerden. Een half jaar van blessures en wanprestaties later wil de club niets liever dan de cowboy slijten. Maar inmiddels is de waarde van Dinho danig gezakt. En bij ieder volgend miserabel optreden zakt die verder. Ondertussen heeft het elftal een nieuwe speelstijl gevonden waarin voor een absolute leider geen plaats is. El Crack wordt omzichtig buiten de lijnen gehouden. De pers doet zijn best opbeurende verhalen over zijn trainingsarbeid te schrijven, in de hoop daarmee nog een paar miljoen voor de club te behouden. Ronnie is heel belangrijk voor ons, benadrukken medespelers keer op keer. Of het helpt is zeer de vraag. Sterren vertrekken bij Barça altijd stil en onverwacht, schreef een krant van de week. De winteruitverkoop duurt nog tot 31 januari. Alle kans dat iemand spekkoper wordt.

zondag 13 januari 2008

Uit

Voor een tientje twee cd’s met optreden. Dat vonden wij een goeie deal. De oppas kostte vijftig. We gingen naar de kelder van Sidecar (zeg: zie de kar) aan Plaça Reial. Eerst Amarillo. Dat was niet best. Veel aanzetten en meezingen, een doorsnee middelbare schoolbandje. De meegereisde fans dachten er anders over. Ik voelde me versleten. Kon ik een live-optreden niet langer verdragen? Kreeg ik het warm in de zuurstofvrije ruimte? Een beetje roken en drinken schonk opluchting. Post was beter. Veel beter. Ze hielden niet op bij een idee maar maakten er popsongs van, type Radiohead. Ik voelde me direct weer wat jonger, dat wil zeggen de afstand leek overbrugbaar. Ik stond heup aan heup met mijn geliefde. We zagen de zanger zijn zorgen in de microfoon schreeuwen. De gitarist glunderde vol trots om iedere volbrachte solo. De drummer deelde in zijn vreugde. De bassist deed zoals alle bassisten of hij er niet bijhoorde. We namen er nog eentje en lazen blaadjes. Ik had mijn nieuwe schoenen aan, jij droeg je strakke spijkerbroek. We waren op ons best. Daarna een taxi door de stad. Ik zag overal huizen. Barcelona is ’s nachts een slapend dier. Maak het niet wakker, straks begint alles opnieuw. De volgende morgen blies een harde wind kraakhelder zonlicht in mijn ogen. Ik voelde me onbegrijpelijk gelukkig.

zaterdag 12 januari 2008

Achterafstad

L’Hospitalet geniet de twijfelachtige eer de dichtstbevolkte stad van Europa te zijn. Op nog geen dertien vierkante kilometer wonen evenveel mensen als in Utrecht. Aan de zuidkant staan de dertien verdiepingen hoge flats als dominostenen op een rij te wachten op een recordpoging. Het doet aan de flatwijken in Oost-Europa denken, maar dan redelijk schoon en netjes. Het scheelt een hoop dat vrouwen hier de smaak maken. Wanneer mannen de norm zijn, zou zo’n volgepakte wijk al snel verloederen. Verderop bepalen smalle straatjes met willekeurig gestapelde blokken tot acht verdiepingen hoog het patroon. Je krijgt niet voor niks zoveel mensen op een kluitje. L’Hospitalet is als het neusje van een puzzelstukje aan drie zijden door Barcelona omgeven. Langs de vierde zijde ligt de ringweg met daarachter Cornellà. Toch wordt het bestaan van de voorstad bij ons in alle toonaarden ontkend, als ging het om een leprozenkolonie. Er rijdt geen bus naartoe, van intergemeentelijke samenwerking is geen merkbare sprake en op stadskaarten wordt l’Hospitalet weergegeven als een grijze vlek met naamloze witte strepen er doorheen getrokken. Alleen de metro zorgt voor verbinding. L’Hospitalet, de tweede stad van Catalunya, vermelden de statistieken emotieloos. De kok Ferran Adrià en voetbalkeeper Victor Valdés zijn er geboren. Aan de andere kant van Barcelona ligt Badalona, formaatje Eindhoven, nog zo’n verweesde voorstad. En dan heb je verder het al genoemde Cornellà, Santa Coloma, Esplugues en een reeks kleintjes. Samen met Barcelona vormen ze een langgerekte stad. De inwoners weten dat. De politiek proberen het uit alle macht te ontkennen. De kloof tussen beide heeft het karakter van een slotgracht.

vrijdag 11 januari 2008

Volksdrug

Behalve een roepnaam voor hasjiesj is xocolata ook gewoon chocolade. Het is volksdrug nummer een in Catalunya. Een dag zonder cacao is een dag niet geleefd. De bakkersetalages liggen vol met chocola overgoten broodjes en in cafés en een enkel nog bestaand cacaohuis is een typische dikke chocoladedrank te krijgen, meer op pap dan op melk lijkend. Het recept hiervan is al heel oud, de Azteken dronken hun chocola al gemengd met maismeel. Ze kregen het recept voor hun ongezoete en met kruiden versterkte ‘vuurdrank’ van de Maya’s toen ze hun cultuur overnamen. Cacao is bewerkelijk. De grote bonen laten zich niet gemakkelijk vermalen. Het zou daarom tot de uitvinding van een machinale productiewijze duren voordat chocola in populariteit met koffie en thee kon wedijveren. Toen ook werden de hoge accijnzen op cacao opgeheven en werden in de koloniën plantages ingericht. Ook de toevoeging van suiker en melk hielp het bittere goedje populariseren. Van een lokaal product uit het brongebied van de Amazone werd cacao een overal in tropische bosgebieden verbouwd gewas. Tegenwoordig neemt Ivoorkust de helft van de productie voor zijn rekening. De werkomstandigheden op de plantages kunnen het best worden omschreven als slavernij. Consumptie vindt vooral in Europa plaats. Zoals voor meer genotmiddelen geldt, is de totale inname in Catalunya niet bijzonder groot. Het gaat vooral om de manier waarop. Voor melkchocola en andere milde varianten haalt men de neus op. Chocola moet zwart zijn, puur, en een merkbare stemmingsverandering in de hersens teweeg brengen. Net als die andere xocolata. Een postercampagne waarschuwt voor de sluipende gevaren van hasjiesh door het spul als een tablet zwarte chocola af te beelden.

donderdag 10 januari 2008

Talenten

Het maatschappelijk minimumloon ligt hier op elf euro. Dat is niet hetzelfde als het wettelijk minimumloon, dat ligt een stuk lager. Het is wat algemeen als een aanvaardbaar loon wordt beschouwd en wat om die reden veel mensen verdienen. Onze oppassen krijgen een tientje per uur. Een hoop geld, maar zij weten hoe ze met een gehandicapt kind moeten omgaan en dat is wel wat waard. Onze werkster, die een keer per week als een tornado door de flat vliegt, vangt elf euro per uur. Mijn geliefde pakt netto een tientje. Ik zit daar iets boven, maar ik word geacht voor eigen rekening mijn lessen voor te bereiden. Zo’n platte loonstructuur heeft psychologische consequenties. Je huurt niet iemand in omdat die goedkoper is dan jij, je geeft geen werk uit handen omdat jij op dat moment ergens anders meer kunt verdienen, nee, je bestelt iemand omdat die iets kan wat jij niet kunt. Bij de afweging om iemands diensten in te huren wordt dus naar bekwaamheden gekeken. Dat leidt ertoe dat mensen om hun talenten worden gewaardeerd. We zijn allemaal gedwongen om veel uren te maken, maar we misgunnen de ander zijn kwaliteiten niet. In Nederland, waar de inkomensverschillen een stuk groter zijn, wordt in mijn herinnering veel meer op geld gelet. Daar wordt iemand beoordeeld op wat hij kost. Nederlanders schrijven dat graag aan hun zuinigheid toe, maar dat is het halve verhaal. Even zo belangrijk is de historische ongelijkheid tussen de bevolkingsklassen. Een werkster is er een tweederangs burger. In Spanje verdienen maar weinig mensen uitzonderlijk veel. Zelfs premier Zapatero moet het met een bescheiden 80 mille per jaar doen. De verschillen zitten hier vooral in het bezit. Wie heeft huizen, wie heeft kunst, bezittingen die de afgelopen dertig jaar een veelvoud waard zijn geworden? Dat onderscheid is minder pregnant in de samenleving aanwezig. Het is stille rijkdom.

woensdag 9 januari 2008

Op de stoep

Het is een probleem waar iedere individualiserende maatschappij mee te maken krijgt: hondenpoep. De hoeveelheden zijn hier vooralsnog gering, maar het evenwicht is wankel. Bij gebrek aan regen om de zonden weg te wassen is het straatbeeld afhankelijk van de bereidheid van baasjes om het uitwerpsel van hun lievelingen weg te gooien. Bij kleine honden gaat dat gewoonlijk wel goed. De relatie mens dier kent hier een hoog my little pony gehalte. Alles wat het schattige mormel doet is even lief en ach, wat stelt zo’n poepje nou voor? Even een servetje of een plastic zakje er omheen vouwen en in een container werpen, het is een moeite van niks. Lastiger wordt het wanneer een individuele flatbewoner tot de conclusie is gekomen dat zijn maatschappelijke status een grote stinkhond vereist. Want hoe gaat dat: het dier zit de hele dag in een klein kamertje te janken, krijgt nauwelijks lichaamsbeweging en raakt in de voor hem onnatuurlijke omgeving zwaar gefrustreerd. Als het dan eindelijk naar buiten mag, schijt het van pure ellende in een keer zijn darmen leeg. Zulke vieze troep gaat baasje heus niet oprapen. Dat zou ik ook niet doen. Dus blijft het liggen wachten tot argeloze kinderschoentjes er in trappen. Dat kan lang duren maar uiteindelijk gebeurt het toch. Nog zijn de grote stinkhonden in de minderheid. Nog kun je zonder grote gevaren in gedachten verzonken over straat lopen. Maar steeds vaker zijn er van die momenten dat je binnensmonds vloekend tussen een troep hopen door moet laveren. Eenzaamheid stinkt.

dinsdag 8 januari 2008

Gelukskinderen

De leerlingen van het San Ildefonso college in Madrid brengen geluk. Daarom mogen zij al sinds 1771 op zingende toon de winnende getallen van de lotto aankondigen. Sinds er tv is vertonen ze hun kunsten op de buis. De keurig in uniform gestoken kinderen zijn een begrip in Spanje. Op 23 december zongen ze el gordo, de dikke, de zevende hemel in. Afgelopen weekend was el niño, de loterij van driekoningen, aan de beurt. Voor ieder cijfer staat een kind gereed waarna een al wat grotere leerling het gevormde getal zingt, gevolgd door de bijbehorende prijs. 45 miljoen Spanjaarden zorgden voor een inleg van 770 miljoen euro. De hoofdprijs van 2 miljoen euro viel op een vijfcijferig nummer dat in meerdere series was uitgegeven. Meestal worden die nummers door een groep mensen tezamen gekocht, een vereniging bijvoorbeeld. Winkeliers willen wel eens een heel nummer kopen om in stukjes onder hun klanten te verdelen. Dan kan het gebeuren dat een hele straat aan het feestvieren slaat, uiteraard in gezelschap van een stuk of twintig tv-zenders die allemaal dezelfde reportage in hun journaals brengen: dolgelukkige prijswinnaar met fles cava in de hand schreeuwt lallend dat hij heel gewoon gaat blijven, op sommige zenders van links gefilmd, op andere van rechts. Tot de gelukkigen behoorde deze keer de president van de provincie Castellón. Hij bezat in zijn eentje tien tienden en streek dus de volle twee miljoen op. De man kan het geld vast goed gebruiken, want hij wordt momenteel vervolgd voor machtsmisbruik en belastingfraude. Het bericht doet de gedachten teruggaan naar een eerdere trekking, toen in de regio Murcia een voltallig gemeentebestuur plus bevriende projectontwikkelaar in de hoofdprijs viel.

maandag 7 januari 2008

Sportjournaal

Na een kort kerstreces is de voetbalcompetitie weer begonnen. We zijn bijna op de helft. Ondertussen wordt de beker er doorheen gejast. Twee uit- en thuiswedstrijden deze maand. Barça begon met een overwinning bij Mallorca. Het spel was slecht volgens de pers. Die is niet gauw tevreden. De eer van het vaderland vraagt om mooi voetbal. Toen Eto’o van de week zei dat de punten voorlopig belangrijker waren, wees zijn trainer hem terecht dat winnen bij goed voetbal begint. Dat maakte althans de pers ervan. Onrust stoken is een geliefd tijdverdrijf. Met dag en nacht draaiende camera’s wordt ieder gebaartje uitvergroot en opgeblazen. Een favoriet onderwerp in de dagelijkse sportjournaals is ruzie op de training. Niets mooier dan een voetballer die zijn teamgenoot voor het oog van de natie een ferme trap op de enkel geeft, waarna een woeste achtervolging over het veld volgt. Vorig seizoen was het bij Real Madrid vaak raak. Opvallend is dan hoe onwrikbaar de onderlinge verhoudingen in een elftal zijn. Wanneer twee kleintjes slaags raken, grijpt de eerste de beste collega direct in. Maar wanneer twee dure spelers het aan de stok krijgen – en juist onder de topinkomens lopen de frustraties vaak hoog op – kijken de mindere goden enigszins gegeneerd de andere kant op. Optreden is aan de aanvoerder voorbehouden en aan de enkeling die zichzelf een natuurlijk overwicht toedicht. Misschien denkt de rest wel: laat maar lekker doorzieken, dan komt er voor mij vanzelf een plekje in de basis vrij. Voetbal brengt het slechtste in een mens naar boven en op het trainingsveld loopt geen scheidsrechter met kaarten te zwaaien. Laat kinderen niet naar het sportjournaal kijken.

zondag 6 januari 2008

Kindergeloof

Los reyes magos zijn gisteravond aangekomen. Met gevolg. In een lange stoet trokken ze door de stad. Voorop ging de cavalerie, gevolgd door de bezemwagens van de reinigingsdienst. Daarachter drie praalwagens met voetvolk. Vrolijk dansend wierpen ze zuurtjes naar de kinderen. Er waren heuse kamelen bij en een olifant van ijzerdraad, met Indiase doeken behangen. Koning Balthasar en zijn pages waren echte negers. Geen pijnlijk gedoe met slechte schmink. Balthasar is al veertig jaar dezelfde en begint inmiddels een koninklijke leeftijd te bereiken. Sinds 1855 komen de reyes op deze manier de stad binnen. In triomftocht trekken de oosters uitgedoste gasten door de straten. De kinderen werpen verlanglijstjes in hun uitgestoken manden. Beste koningen, ik ben dit jaar heel lief geweest, beginnen die briefjes meestal. De mooiste voorstelling gaven hoge steltpoppen met Afrikaanse maskers en touwhaar. Ze bogen diep voorover tot vlakbij de verschrikte kindergezichtjes en sloegen op hun meegebrachte trommels. Ze werden begeleid door gewone trommelaars, onzichtbaar achter de rijen die voor ons stonden. Het geven van cadeautjes na de zonnewende is een oude heidense gewoonte die door de kerk van heiligen is voorzien. Los reyes magos verrichten wonderen. Ze geven de kinderen waar die om vragen. Wanneer de rijdende discotheken voorbij glijden, geloven ook de volwassenen weer een beetje. Het christendom is een kindergeloof. Vanochtend eten we krans met boon en koning erin meegebakken. Wie de boon krijgt is de kameel. De kadomeel, stelde zoonlief vast.

zaterdag 5 januari 2008

De Engelse snit

Het is druk in de winkels. Los reyes magos, de drie koningen, komen eraan om de kindertjes met kadoos te overladen. De uitverkoop begint heel slim op de dag na dit midwinterse geeffestijn. Ik nam een kijkje op de speelgoedafdeling van El Corte Inglés. Er zijn hier twee grote vestigingen van dit landelijke warenhuis. Aan Plaça de Catalunya vind je El Corte Inglés voor iedereen. Langs de Diagonal staat El Corte Inglés voor rijke mensen. Op een enkele met de nek nagestaarde uitzondering na is het publiek hier uit de betere inkomens afkomstig. De meerderheid gedraagt zich ernaar. Ze hebben alles al en doen over de nieuwste trends blasé. Toch wordt er driftig op los gekocht. Want waar men nooit de neus voor ophaalt is het prijskaartje. Lekker duur en toch betaalbaar, dat is het mooiste wat er is. Zoals elke keer opnieuw beduusd nam ik de roltrap naar de bovenste verdieping. Tot mijn geluk trof ik temidden van al die desinteresse veinzende tuthola’s twee heuse paradijsvogels. De ene had een reet waar een paard jaloers op kon zijn en de andere een boezem van vergelijkbaar formaat. Beide leken zich met hun rijkdom geen raad te weten. Ze droegen kleren die voor hun afwijkende maten ongeschikt waren, alsof ze zich voor hun lichaam schaamden. Ook onder de betere inkomens komt verborgen leed voor. Ik zocht vluchtig oogcontact. Ik moest mijn gedachten verifiëren, nietwaar? Daarna door naar het speelgoed. Het jongensaanbod bestaat dit jaar uit oorlog, het meisjesaanbod uit roze. Daar wordt de koning in mij een beetje triestig van.

vrijdag 4 januari 2008

Andere Caixa

Casa Milà is van Caixa Catalunya, de andere spaarbank en grote concurrent van la Caixa. Die trekken ook graag een sociaal gezicht. Vergissing. Had ik moeten weten. Sorry. Inburgeren is niet eenvoudig. De rest van het verhaal klopt wel zo'n beetje.

Sociale werkplaats

La Caixa d’Estalvis i Pensions de Barcelona, kortweg la Caixa, besteedt jaarlijks 500 miljoen euro aan kunst en goede werken. Dat kan alleen als er flink winst wordt geboekt. Daarmee zit het wel goed. La Caixa is de derde financiële instelling van Spanje en de grootste spaarbank van Europa. Ik hoor er ook bij. La Caixa is onder meer eigenaar van Casa Milà, het kalkstenen rotsblok aan de Passeig de Gràcia dat om duistere redenen met een steengroeve wordt vergeleken. Een ander project van la Caixa is het CaixaForum, een gratis toegankelijke galerie voor moderne kunst in de voormalige textielfabriek van Casimir Casaramona, aan de voet van Montjuic. Die fabriek is een fraai staaltje van modernistische bouwkunst, ontworpen door de architect Puig i Cadafalch, een van de grote drie van de modernistabeweging. Puig bouwde een paleis van baksteen en glas, afgetopt met gietijzeren ornamenten. Zoals veel van zijn werk ademt ook de fàbrica een middeleeuwse Europese sfeer. Overigens was de fabriek geen lang leven beschoren. Zes jaar na de oplevering in 1913 zag eigenaar Casaramona zich genoodzaakt de poorten te sluiten. Dat zie je vaker, dat modernistapaleisjes eerder dan voorzien de status van monument bereiken. Na twintig jaar leegstand was een halve eeuw lang een politiekazerne in de fabriek gehuisvest. In 2002 opende het CaixaForum zijn deuren. Ik kom er graag. Ze zijn vooral goed in foto’s en film. Van de week zag ik met zoonlief korte clips uit Chaplinfilms en terwijl hij daarvan bijkwam in mijn eentje de reusachtige pijnlijk symmetrische foto’s van Candida Höfer. Mijn geld was goed besteed, voor een deel.

donderdag 3 januari 2008

Zweet

Afgelopen jaar zijn er minder verkeersdoden gevallen dan in 1968. Destijds zorgden vier miljoen chauffeurs voor 2800 doden, in 2007 kwamen 24 miljoen weggebruikers tot 2700 slachtoffers. In de tussenliggende jaren was het getal tot boven de 4000 opgelopen. Het gaat goed met het rijgedrag van de automobilist, juichte de regering. Men voegde er in een adem aan toe dat het nieuwe puntenrijbewijs en de celstraf voor rijden onder invloed en snelheidsovertredingen hiervoor verantwoordelijk waren. Dat er steeds meer snelwegen en files bijkomen, scheelt uiteraard ook een hoop. In Catalunya, waar het merendeel van de bevolking in of rond Barcelona woont, ligt het sterftecijfer procentueel gezien maar weinig hoger dan in Nederland. De ongelukken doen zich voor op provinciale wegen, van die rechte lege wegen zonder goede belijning en vol plotselinge kuilen die onverklaarbaar tot scheuren uitnodigen. En als dan de zon naar binnen schijnt, dan wil het wel eens misgaan. Het is opvallend hoe vaak een eenzaam wrak met lijken langs de weg wordt aangetroffen. De bestuurder heeft om onopgehelderde redenen de macht over het stuur verloren, heet het dan. Ik heb zelf de aantrekkingskracht van de langs een lineaal getrokken rijksweg tussen Madrid en Salamanca bij 40 °C mogen ervaren. Vooral de overstekende tractors maken deze route tot een belevenis. Een andere favoriet is Lleida – Zaragoza. Ruim honderd kilometer tweebaans vol vrachtwagens die niets liever willen dan ingehaald worden. Ik ben maar een kleine jongen in het spel. Ik haal alleen in wanneer het tijdwinst oplevert. De ware verslaafde haalt pas in wanneer hij angstzweet kan scoren.

woensdag 2 januari 2008

Gewoon

Terug in eigen stad. Terug in eigen wijk. Ik heb vorige week de gebruikelijke toeristische vragen moeten beantwoorden, samen te vatten onder de noemer: hoe is het nou om in Barcelona te wonen? Ik voel mij dan een beetje een Amsterdammer die op de camping loopt op te scheppen dat hij uit Geuzenveld komt, erop rekenend dat niemand weet hoe ver dat van het centrum ligt. Tien tegen een overigens dat zo’n figuur uit Landsmeer of Purmerend komt. De verleiding is groot om bij terugkeer vast te stellen dat het inderdaad een heel bijzondere ervaring is, hier wonen, maar mijn eigen wijkje is niet meer dan een verzameling huizen en winkels met onderhand vertrouwde gezichten. Hier breng ik het grootste deel van mijn tijd door. Voor mijn werk ben ik vaak aan de andere kant van de stad te vinden, in een volkomen andere al even gewone wijk. Tussendoor bevind ik mij in de metro, mijn meest stadse ervaring. Is het dan zo opmerkelijk om op enkele kilometers van een dit jaar door zeven miljoen toeristen bezochte historische binnenstad te wonen? Ach, zoiets went snel. Ik kom er wel eens, ik heb er tot genoegen een paar weken mogen werken. En laten we niet lyrisch worden. De meeste mensen bezoeken een binnenstad om te shoppen, iets waar ik een gruwelijke hekel aan heb. Toch ben ik blij dat ik weer hier ben, in wat iedere dag een beetje meer mijn stadje wordt. Ik hou van de sfeer hier. De mensen zijn aardig tegen elkaar. Niemand probeert een klootzak voor een ander te zijn. En als ze dat niet kunnen opbrengen, dan houden ze beleefd afstand. Barcelona is een toevallige opeenhoping van mensen die elkaar een prettig leven gunnen. Van de bijkomende grootsteedse voordelen profiteren we dankbaar. De nadelen negeren we.

dinsdag 1 januari 2008

Tradities

Het nieuwe jaar wordt ingeluid met twaalf druiven. Op iedere klokslag duw je een druif in je mond, voor elke maand een. Wie volhoudt mag op een heel jaar voorspoed rekenen. Het gebruik is een eeuw geleden ingevoerd, op instigatie van wijnboeren die van hun laatste restjes oogst afwilden. Daarbij geef je elkaar rood ondergoed, een zinloos kadootje om te tonen dat je je wel wat kunt veroorloven. Hierna is het feest goeddeels over. Geknald wordt er weinig. De vuilcontainers hoeven niet te worden gesloten of weggesleept. Niemand werpt er een rotje in. De fraaiste show wordt door de torre Agbar gegeven. Drie vj’s bewegen met lichtgevende blokken over een ovale glazen bak. Ze tekenen een lang niet lullige lichtshow in rood, groen en blauw op de buitenmuur van onze eigen stijve. TV3 is erbij om de thuisblijvers te serveren. Mensen gaan op bezoek bij familie en vrienden. Er zijn feesten in disco’s maar er wordt veel geklaagd over de exorbitante prijzen. In Madrid staat een afgeladen Plaza del Sol, het nulpunt van Spanje, naar een klok te kijken. De nationale tv staart mee. Voor en na middernacht zijn er volop terugblikken op het afgelopen jaar en bij nader inzien de gehele tvgeschiedenis. De uitspraak van het jaar kwam op naam van de koning. Zijn ¿por qué no te callas? is een nationale hit geworden. Waarom hou jij je kop niet? vroeg Juan Carlos aan Hugo Chávez toen die het fascistische gedachtengoed van José Maria Aznar ter sprake bracht op de ibero-amerikaanse top afgelopen najaar. Hugo had inhoudelijk gelijk maar het was inderdaad flauw van hem om iemand zwart te maken die niet aanwezig was. Hugo ruikt overal zwavel. Wel’t eerst vernemt, denk ik dan.