zaterdag 12 januari 2008

Achterafstad

L’Hospitalet geniet de twijfelachtige eer de dichtstbevolkte stad van Europa te zijn. Op nog geen dertien vierkante kilometer wonen evenveel mensen als in Utrecht. Aan de zuidkant staan de dertien verdiepingen hoge flats als dominostenen op een rij te wachten op een recordpoging. Het doet aan de flatwijken in Oost-Europa denken, maar dan redelijk schoon en netjes. Het scheelt een hoop dat vrouwen hier de smaak maken. Wanneer mannen de norm zijn, zou zo’n volgepakte wijk al snel verloederen. Verderop bepalen smalle straatjes met willekeurig gestapelde blokken tot acht verdiepingen hoog het patroon. Je krijgt niet voor niks zoveel mensen op een kluitje. L’Hospitalet is als het neusje van een puzzelstukje aan drie zijden door Barcelona omgeven. Langs de vierde zijde ligt de ringweg met daarachter Cornellà. Toch wordt het bestaan van de voorstad bij ons in alle toonaarden ontkend, als ging het om een leprozenkolonie. Er rijdt geen bus naartoe, van intergemeentelijke samenwerking is geen merkbare sprake en op stadskaarten wordt l’Hospitalet weergegeven als een grijze vlek met naamloze witte strepen er doorheen getrokken. Alleen de metro zorgt voor verbinding. L’Hospitalet, de tweede stad van Catalunya, vermelden de statistieken emotieloos. De kok Ferran Adrià en voetbalkeeper Victor Valdés zijn er geboren. Aan de andere kant van Barcelona ligt Badalona, formaatje Eindhoven, nog zo’n verweesde voorstad. En dan heb je verder het al genoemde Cornellà, Santa Coloma, Esplugues en een reeks kleintjes. Samen met Barcelona vormen ze een langgerekte stad. De inwoners weten dat. De politiek proberen het uit alle macht te ontkennen. De kloof tussen beide heeft het karakter van een slotgracht.

Geen opmerkingen: