zondag 30 september 2007

De ondergrondse reiziger

Om diverse redenen moest ik na mijn verhuizing naar Barcelona nog vaak in Amsterdam zijn. Daardoor bleef Amsterdam-West aanvankelijk mijn thuis, de plek waar ik magnetisch aan Moeder Aarde zat geklonken. Barcelona was een schuilplek waar ik tot rust moest komen alvorens een nieuw leven te kunnen beginnen. Na verloop van maanden kreeg het heilzame mediterrane leefklimaat vat op me en begon mijn zwaartepunt in zuidelijke richting op te schuiven. Zoals dat met aardse fenomenen gaat, was het een even traag als gestaag proces. Er was dus een tijd dat ik nergens thuis was en mijn natuurlijke bestemming nog het dichtst benaderde wanneer ik hoog in de lucht hing aan boord van een airbus, met een lekker moppie gitaarmuziek in mijn oordopjes. Inmiddels ben ik alweer enige tijd veilig geland in Barcelona en is dit de plek waar de wereld om mij heen draait. Overigens is mijn binnenstedelijk middelpunt evenmin constant. Mijn werk brengt me steeds vaker naar de andere kant van de stad. Viermaal per week moet ik in Vilapicina zijn, halte Maragall van lijn 5. Het zwaartepunt van mijn bestaan is een metroritje aan het worden, het best te genieten met in de oordopjes een ontspannen beat die de harteklop van de stad benadert. Ik ga ondergronds.

zaterdag 29 september 2007

Zigeuners

Señor Perfecto heeft een operatie ondergaan. Hij ligt een paar dagen bij te komen op de gesloten afdeling en mag maar twee keer per dag op vaste uren bezoek ontvangen. Beneden in de hal wacht Sra. Perfecto vol ongeduld op dat moment. Om niet alleen te zijn heeft ze haar kinderen bij zich. Haar dochters smeren broodjes en haar zoons en schoonzoons roken een sigaretje onder de overkapping. De kleinkinderen klimmen op het kunstwerk in het grasveld of pulken met hun vinger in het gat in de zitting van de bank die in de hal staat. De twee allerkleinsten krijgen van hun zwangere moeders de borst. ’s Avonds druipen de kleinkinderen en de schoonzoons af. Sra. Perfecto blijft met haar zoons en nog wat getrouwen achter in de hal. Ze maken het zich gemakkelijk op de banken en op de vloer. Vroeg in de ochtend druppelen de overige familieleden weer binnen. Na twee dagen begint het te stinken in de hal. Andere bezoekers mopperen onderling over het asociale zootje. Hardop klagen durven ze niet. Het personeel durft evenmin wat te zeggen. Voor je het weet krijg je de hele familie over je heen. Ten slotte gaat de hoofdzuster van de afdeling naar señor Perfecto toe en brengt hem in zorgvuldig gekozen woorden de kwestie van zijn echtgenote onder de aandacht. Die arme vrouw, probeert de zuster, die is ook de jongste niet meer. Moet zij op haar leeftijd in een stoel slapen! Zou het niet beter zijn als u haar lekker thuis in haar eigen bed liet slapen? Señor Perfecto kijkt de zuster aan of ze niet goed bij haar hoofd is. O nee hoor, zegt hij dan, mijn vrouw is het liefst heel dicht bij mij.

vrijdag 28 september 2007

Groene vingers

We kregen dit voorjaar van het stadsdeel (daar doen ze hier ook aan) een kaartje met de uitnodiging om de stad een beetje groener te maken. Dat was minder lastig dan het op het eerste gezicht misschien leek, aldus de afzender. Gewoon de instructies op de achterzijde volgen. Bij de instructies kwamen een zakje pootaarde, een minuscuul uitvouwbaar plastic bloempotje en een zakje met vijf korrels erin. Een grow your own-kit. Braaf volgde ik de aanwijzingen. Na vier dagen kwamen de eerste twee blaadjes tevoorschijn. De volgende dagen volgden er meer. Vier zaadjes waren uitgekomen. Ik plantte ze over in een stenen potje, een operatie die een van de bloempjes niet overleefde. Ik had er nog drie. Iedere dag gaf ik mijn plantjes volop water en de zon deed de rest. Een steeltje begaf het onder zoveel liefde, maar de andere twee groeiden tot levensvatbare omvang uit. Echt groot zijn ze niet. Dat komt omdat er weinig direct zonlicht op mijn balkon valt en omdat de bergwind bij tijden schraal en koud kan zijn. Mijn plantjes voeren een harde strijd om het bestaan. Bovendien pluk ik genadeloos ieder blad dat zijn zalig prikkelende geur begint te verspreiden. In de sla ermee. Onbespoten is toch lekkerder dan wat je van de markt haalt. Oktober nadert en mijn basilicum krijgt het steeds kouder. Ik vraag me af of ik ze binnen achter glas moet zetten of toch maar aan de natuur prijsgeven. Ik twijfel. Ik durf er niet op te hopen dat we volgend jaar nieuwe zaadjes krijgen.

donderdag 27 september 2007

Tweetalenland

Pilars ouders komen uit Andalucía. Ze is opgegroeid in de voorstad Santa Coloma, waar veel immigranten wonen. Spaans is er de voertaal. Catalaans werd pas haar dagelijkse taal toen ze naar de universiteit ging. Nu spreekt ze Catalaans met haar vriendinnen en Spaans met haar echtgenoot. Amparo praat thuis Spaans en Catalaans. Haar grootouders spreken Spaans, haar oom praat Catalaans met haar. Met haar buurjongen spreekt ze afwisselend Catalaans en Spaans, zoals het beiden uitkomt. Voor Carme is Catalaans de taal van haar ouders, de taal die haar het naast ligt. Ze verdient haar brood met het schrijven van Catalaanse teksten. Toch gaat Spaans, de taal waarin ze leerde lezen, haar nog altijd gemakkelijker af. Bijna niemand schrijft foutloos Catalaans. Van de Spaanstalige immigranten, of ze nu uit Extremadura of Zuid-Amerika komen, spreekt maar een heel klein percentage Catalaans. Velen verstaan het niet eens. Hun kinderen krijgen les in het Catalaans, als ze niet naar een dure Spaanstalige school gaan. Afrikanen spreken vaak beide talen. Engelstaligen hebben een voorkeur voor Catalaans, dat hen beter afgaat dan Spaans. De regionale televisie zendt bijna exclusief in het Catalaans uit. De krant La Vanguardia is Spaanstalig, El Periodico is in beide talen verkrijgbaar. Veel ingezonden brieven in La Vanguardia zijn in het Catalaans gesteld. Pilars man is van huis uit Catalaanstalig, onthult ze. Waarom ze dan Spaans met elkaar spreken? Pilar zegt: Dat is de taal waarin wij elkaar ontmoetten, en zo is het gebleven.

woensdag 26 september 2007

Torre Pisa

Behalve van die ranke circusachtige zuiltjes bouwen de castellers ook stevige torens die een duizelingwekkende hoogte bereiken. Bovenop het onderste fundament wordt een tweede laag van zo’n twintig potige types gezet. Daarop beginnen ze dan transen te bouwen. Iedere trans bestaat uit een kringetje van drie personen die elkaar bij de schouders grijpen. Soms klimmen er wel vier van die lagen op elkaar. Dat klimmen vereist handigheid, want je moet de zaak niet uit balans brengen met een verkeerde beweging. Op de bovenste trans komen meestal twee jongemeiden te staan en daar op het kind, dat meer dan tien meter boven de grond de rol van torenspits vervult. Sinds kort dragen de spitsjes een soort van paardrijcap, want de toren wil ondanks alle goede bedoelingen wel eens scheef zakken en dan stort de boel in. Daarbij zijn al gebroken nekjes en gebarsten schedels te betreuren geweest. Helmen, dus. Of zoals zoonlief van een afstandje opmerkte: groot haar. Die kijkt teveel jaren 80-series op tv. De optredens maken deel uit van een competitie. Ieder dorp of stadswijk in Catalunya heeft zijn eigen castellersvereniging, elk met zijn eigen kleuren. Het is prachtig om te zien met hoeveel acrobatisch gemak die torens worden gebouwd en afgebroken. De castellers nemen hun hobby zeer ernstig. Catalaan zijn is geen sinecure, dat wordt mij elke dag een beetje duidelijker. Ik ben slechts een toeschouwer, een immigrant, en dat wou ik voorlopig blijven.

dinsdag 25 september 2007

Balkonscène

Op de dag van la Mercè, de genadige, viert Barcelona haar verjaardag. Rond het middaguur stroomt het stadhuisplein vol gezinnen en andere belangstellenden. De zon schijnt uitbundig. Het is misschien de laatste warme dag van het jaar. Daar betreden de gegants het terrein. Koning Jaume I, die met de verovering van Mallorca de zeehandel voor Barcelona openlegde, loopt met zijn echtgenote voorop. De gegants zijn zes meter hoge poppen die door een onder hun lange gewaden verborgen drager worden voortbewogen. Ze worden begeleid door enkele historisch belangrijke dieren, waaronder een os, een ezel en uiteraard een draak. Na een dansje met zijn gemalin, gaan Jaume en gevolg het stadhuis binnen. Nu komen de castellers naar voren. De castellers bouwen menselijke torens. Dit jaar is de wijkvereniging Sants uitverkoren om het balkon van het stadhuis te beklimmen. Eerst wordt een fundament gelegd van zeker vijftig personen die dicht tegen elkaar staan. Op de omhoog gestoken handen van het fundament gaat een bijzonder stevig gebouwde kerel zitten. Op zijn schouders komt een man van gemiddeld formaat te staan, daarop een jonge meid en daar weer op een kind. Het kind heeft geleerd niet bang te zijn en strak voor zich uit te kijken. Inmiddels zijn twee kompanen binnendoor naar het balkon gegaan. Ze laten een zwart koord zakken. Het kind grijpt het koord met beide handen vast en hup, daar vliegt het ’t laatste eindje door de lucht, over de rand van het balkon. De menigte joelt en applaudisseert. Vervolgens onderneemt het meisje onder haar dezelfde reis. Je moet in die paar seconden niet loslaten, natuurlijk. Opnieuw kabaal. Het stadhuis is succesvol ingenomen, of wat het maar voorstelt (morgen verder).

maandag 24 september 2007

Lopend vuurtje

Het is feest in de stad. En bij feest hoort een correfoc, zeg maar een lopend vuur. Verkleed als duivels en begeleid door monotoon tromgeroffel sproeien de deelnemers sterretjesvuur in het rond. Ze hebben een stok bij zich met daaraan buisjes waarin het vuurwerk is gestopt. De opperduivels dragen staketsels waaraan wel tien vuurspuwende monden zijn gehangen. De buizen zitten op wieltjes, zodat ze door de kracht van het sproeiende vuur in het rond beginnen te draaien, wat de feestvreugde verder verhoogd. Het vuurwerk eindigt meestal in een daverende knal. Een beetje correfoc brengt gauw twintig duivels op de been. Dolenthousiast storten de foccers zich in het publiek, al spuitend en knallend en in het rond springend. Daarbij wordt de toeschouwers letterlijk het vuur aan de schenen gelegd. Het is een wonder dat er geen ongelukken gebeuren. Al gauw hangt er een dikke kruitdeken in de straat. Steeds als de storm lijkt te luwen, begint het festijn, opgestookt door de trommelaars, opnieuw. Soms is er een heuse vuurspuwer bij om het publiek wat warmte toe te blazen. En helemaal mooi is het wanneeer er een vreugdevuur wordt aangelegd waar dan de jeugd doorheen mag springen. Het doet denken aan een middeleeuws gebruik dat in de loop der tijden weinig vernieuwing heeft ondergaan, maar toch schijnt de correfoc pas dertig jaar te bestaan. Iedere wijk heeft zijn eigen vereniging. Op het feest van Mercè, dat dit weekend wordt gevierd, komen ze samen op het plein voor de kathedraal. Fijn met zijn allen de duivel uitdrijven.

zondag 23 september 2007

Seksime

We hebben onze eerste burka gezien. Op de strandboulevard maakten we mee hoe de harde wind het dundoek om buik en benen van de draagster vouwde. Dat was even schrikken. Raken wij onze onschuld kwijt? In deze stad mogen vrouwen ongeremd hun vrouwelijkheid beleven, denken we graag. Hier spelen vrouwen een meer dan gelijkwaardige rol in de samenleving. Natuurlijk, de mannen hebben hun bolwerkjes, er is economische ongelijkheid, maar dat zijn eerder laatste verzetshaarden dan bewijzen van geïnstitutionaliseerde onderdrukking. Er heerst hier, hoe zal ik het zeggen, een sexy sfeertje dat nooit seksistisch wordt. Dat is bijzonder prettig. Daar zijn we trots op. We weten dat moslims het daar moeilijk mee hebben, die laten vrouwen liever boeten voor hun veronderstelde mannelijkheid. Maar dat is boekenwijsheid, we hebben er over gehoord. Er zijn hier nog niet zoveel moslims en ze wonen in de voorsteden. Op de sfeer op straat hebben ze nauwelijks invloed. Het is een beetje zoals het vroeger in Nederland was, het is leuk om tolerant te zijn. Maar hoever kun je gaan in het toelaten van tegengestelde overtuigingen? Eerst alles goed vinden en vervolgens spijt krijgen en alles verbieden is niet de handigste methode, dat is inmiddels bekend. Tolerant zijn tegenover intolerantie, het is een onmogelijke discussie die hier nog in alle hevigheid moet losbarsten. Dat gaat ongetwijfeld komen. Tot die tijd genieten we nog even van onze vrijheid.

zaterdag 22 september 2007

Top manta

De zomer is voorbij. Dat merk je aan de afgenomen top manta-verkoop. Top manta betekent op een deken en zo werkt het ook: deken of dundoek uitspreiden, spullen uitstallen en als de politie verschijnt gauw het boeltje bij elkaar grissen en er vandoor gaan. Op drukke dagen zijn de handelaren voortdurend bezig met een plekje zoeken en hun handel schikken. Toch hebben ze hun vaste stekken langs de drukst bewandelde toeristenroutes, waar ze zonnebrillen, sjaaltjes en andere niet al te kwetsbare artikelen aanbieden. De enorme vraag naar deze goederen maakt hun aanwezigheid haast noodzakelijk. Nu de droom van de eeuwige zomer weer een jaartje uit is, zijn de top mantistas overbodig geworden. Geruisloos lossen ze op in de herfst. Enkelen duiken in de wijken op, waar ze tijdens de avondspits bij metrohaltes en op pleintjes een winterhard product verhandelen: zelfgebrande dvd’s. Voor vijf euro koop je een muziekalbum en voor nog geen tientje een film. Het mag natuurlijk niet want het is heel zielig voor de artiesten die op deze manier hun royalties mislopen, maar ja, die verkopers moeten ook verdienen en ze zien er niet uit of hun oplichterij een dikbesmeerde boterham oplevert. Het is feitelijk een veredelde vorm van bedelarij. Vooral sinds we via e-mule gratis kunnen downloaden wat ons hartje begeert.

vrijdag 21 september 2007

Links en rechts zoenen

Ieder land kust op zijn eigen manier en die is dan nog aan mode onderhevig ook. Ik herinner mij hoe in Amsterdam het drie keer zoenen opeens was vervangen door een keer vol op de mond. Dat bleek een kortdurende gril. Hier doen we het twee keer, waarbij we rechts beginnen. Dus het hoofd naar links buigen en de rechterwang zoenen. Daarbij laten de mannen zich net als overal de kans niet ontnemen om hun lippen op zo’n heerlijk zachte vrouwenwang te drukken, terwijl de vrouwen liever de lucht kussen. Wel opmerkelijk is de gewoonte om de vrienden van mensen met wie je op voet van kussen verkeert ook maar meteen een zoen te geven. De kussers van mijn kussers zijn mijn kussers, zogezegd. Zo heb ik al een paar keer iemand een zoen gegeven die ik nooit eerder had gezien en sindsdien ook nooit meer ben tegengekomen. Wat zal ik doen als ik zo’n persoon in de metro zie staan? Erop af lopen en om de hals vallen? Of toch maar koudbloedige distantie bewaren? Op zulke momenten is het handig een krant of boek bij je te hebben.

donderdag 20 september 2007

Volksvertegenwoordiging

Het Catalaanse voetbalelftal, een handvol Barçaspelers aangevuld met voetballers van Espanyol en Gimnàstic de Tarragona, wilde een oefenwedstrijd spelen tegen de Verenigde Staten. Dat leek de Spaanse voetbalbond geen goed idee. Een heuse interland, daarmee zou onnodig het beeld worden geschapen dat Catalunya op koers ligt naar de onafhankelijkheid. Het verweer dat het maar om een potje voetbal ging en dat het de Amerikanen leuk leek om in het milde Catalaanse klimaat de strijd aan te binden met een redelijk sterk gelegenheidselftal, vond geen gehoor. De bond weigerde toestemming te geven. Dus sprongen de linkse republikeinen en gedeeld perspectief, twee in het landelijke parlement vertegenwoordigde Catalaanse partijen, enthousiast in de bres. Tezamen dienden zij in het congres een voorstel in om regionale selecties in internationale sportcompetities te laten uitkomen. Met de kreet: dit is de kleur die ons vervoert! werd het donkerblauwe hemd van Catalunya getoond. De Baskische nationalisten vielen hen bij met het hooghouden van hun groene tenue. En ergens achterin werd het witte hemd van Galicië gehesen. Toen stond een parlementariër van de volkspartij op met tussen duim en wijsvinger, als ging het om een wasmiddelenreclame, het shirt van het Spaanse voetbaleftal. En dit is de kleur die ons allen vertegenwoordigt, deelde hij mee. Hij sloeg de spijker op zijn kop, want dat is nou net het verschil. Spanje vertegenwoordigt de mensen, de regio brengt ze in vervoering. In Madrid blijven ze het daar moeilijk mee hebben.

woensdag 19 september 2007

Kwestie

Ik liep door Amsterdam. Het was er heerlijk weer. De zon scheen, het woei nauwelijks en iedereen was gelukkig in zijn eigen wijk. Waar de wijken in elkaar overgingen, streek de zoele lucht de ruwe kantjes van het samenleven glad. Van de krant begreep ik niet veel. Er stonden zoveel columns in de krant, dat er bijna geen ruimte overbleef voor eerstehandsnieuws. De een schreef welke columns hij las en de ander vroeg zich af waarom er toch zoveel columns waren. Het was allemaal nogal clubbladderig. En dan was er nog de Kwestie, zoals de krant dramatisch schreef. Nederland schijnt een heel erg buitenlanderprobleem te hebben. Men is met zijn allen zo enorm rechts geworden, dat de buitenlander voor zijn eigen bestwil maar beter weer weg kan gaan, daar kwam het zo’n beetje op neer. Zo ver is het al gekomen, dat alleen de gekwetste indo (destijds geruisloos ingeburgerd) serieus wordt genomen. Alle andere politici zijn hypocriete lafaards die niet durven zeggen waar het op staat. Maar dat verandert wel als straks de gekwetste indo de verkiezingen wint en iedereen in zijn kabinet wil. Ik was verbaasd. Ik wist niet dat de toestand zo ernstig was. Ik zag er op straat ook weinig van terug. Het leek wel of ik in de verkeerde stad was. Of de verkeerde krant las. Een krant vol meningen.

dinsdag 18 september 2007

Onvindbaar

Ik moest even in Nederland zijn. Bij terugkomst nam ik de trein naar de stad. Heen pak ik liever de bus, want het treinennet is de laatste tijd nogal onbetrouwbaar en je vliegtuig missen geeft zo’n gedoe. Maar op de terugweg waagde ik het erop. Vlak voor vertrek sprongen drie kennisambtenaren aan boord. Een van de twee Billy Turfhomo’s naast mij, die met hun harde roze koffers op weg waren naar Sitges, had meteen in de gaten dat de jongste ambtenaar van dezelfde gezindte was. Enthousiast sprong hij op hem af. De jongen diep in de ogen kijkend liet hij zich uitleggen hoe hij moest overstappen. De jeugdige informatieverstrekker bloosde ervan. Gauw verlegde hij zijn aandacht naar twee Amerikaanse toeristes die het adres van hun hotel niet konden vinden op hun meegebrachte kaart. De jongen ook niet, zo bleek. Dat hij uit zijn grote zwarte overheidstas een zaklantaarn tevoorschijn haalde, hielp niet. Zijn collega’s, die hem met moederlijke warmte omgaven, kwamen vergeefs naast hem staan. Zelfs het dienstboekje met volledig stratenoverzicht bood geen uitkomst. Het bleek onmogelijk om de gevraagde informatie te geven. Ondertussen hobbelde de trein richting Sants Estació. Met groeiend plezier aanschouwden de overige reizigers het gestuntel van de gemeentelijk voorlichter. Kijk, nu bood hij al aan om even mee te lopen, want inmiddels wist hij wel waar het was, maar uitleggen hoe je daar het beste kon komen, dat was nog steeds te ingewikkeld. De twee Amerikaansen, die even vreesden in een gekkenhuis te zijn aanbeland, ontspanden zienderogen. Blijkbaar was het vinden van de weg in deze stad wel het minst belangrijke. Dat gaf een eigenaardig gevoel van veiligheid.

zondag 16 september 2007

De Maradona

Om de wildgroei aan levende standbeelden op de Ramblas te beteugelen, besloot de gemeente afgelopen winter een kwaliteitstoets in te voeren. Wie in het nieuwe seizoen een plaatsje hoopte te bemachtigen moest eerst voor een commissie van cultureel hoogbegaafde wijzen verschijnen. Het strenge oordeel van de jury of misschien wel de afkeer van elke vorm van bemoeienis die veel van deze vrijbuiters kenmerkt, zorgde ervoor dat de Ramblas dit voorjaar halfleeg waren. Inmiddels zijn de open plekken alweer door nieuwe gelukszoekers ingenomen en kan worden vastgesteld dat het niveau van de kunstwerken, voorzover relevant, er niet op vooruit is gegaan. Het overheidsingrijpen heeft tot verandering geleid, niet tot verbetering. Wie zich nergens wat van aantrekt, toestemming of niet, is de Maradona van de Ramblas. Hij vertoont zijn kunstje al sinds zijn naamgenoot als jong knaapje furore maakte in Nou Camp en het fenomeen levend standbeeld bij gebrek aan toeristen nog niet bestond. De Maradona is allesbehalve een standbeeld. Gekleed in een versleten Barçatenue en geschminkt met het vuil van de straat houdt hij een balletje hoog. Staand, zittend, liggend, dansend, om geld vragend, de Maradona houdt een balletje hoog. Al een kwart eeuw lang. Als hij weer eens is weggejaagd, duikt hij ergens anders op om dan langzaam richting Ramblas op te schuiven. Daar helpt geen regelzucht aan.

zaterdag 15 september 2007

Alles weten

Paz Guerra wil reclameactrice worden. Ze heeft de leeftijd om een leuke moeder te zijn, vindt ze, of anders een carrièrevrouw die tegen haar zin voor een nieuwe deodorant valt. Ik kom haar tegen bij de opnamen voor een benzinereclame. Samen met honderd andere figuranten doen wij of we vol enthousiasme de verrichtingen van onze favoriete motorcoureur volgen. Telkens als hij voorbij komt, springen we juichend overeind. In werkelijkheid kijken we naar een tennisbal die voor onze ogen van rechts naar links wordt geslagen. Voor onze spontane geestdrift krijgen we vijftig euro uitbetaald. Paz komt uit Mexico D.F. Ze wilde aan zee wonen en koos voor Barcelona. Alles is anders hier, stelt ze vast, de mensen, het klimaat, de taal. Ik merk dat ik overal op let, ik wil alles weten, zegt ze. Thuis was ik blasé geworden, ik was niet nieuwsgierig meer. Hier voel ik me tien jaar jonger. Ik geef haar gelijk. Ja, ik doe hier ook nieuwe levenslust op, al wil ik mezelf niet evenveel aftrek geven. Maar dat een klimaatverandering wonderen kan verrichten, dat is onmiskenbaar. En als het met de reclamecarrière niks wordt, waag ik te vragen. Geen nood, haar oom heeft een exportbedrijf. Ze werkt halve dagen op zijn kantoor en als dat hele moeten worden, hoeft ze maar te vragen. Zolang de nood niet aan de man is loopt ze castings af, in de hoop op een klein wondertje. Misschien komen we elkaar nog eens tegen, zeg ik. Ja, wie weet.

vrijdag 14 september 2007

Polonia

De normale gang van zaken is geheel hersteld met de terugkeer van het satirische tv-programma Polonia, zo geheten omdat de Catalanen door Madrid soms Polacos (Polen) worden genoemd. De oorsprong van deze benaming is niet geheel duidelijk, maar vriendelijk is het in elk geval niet bedoeld. Het is erg Catalaans om het scheldwoord als geuzennaam te adopteren en er vervolgens allerlei grappen omheen te bouwen. Hoewel de helft van al dat rad gesproken Catalaans mij ontgaat, leert Polonia mij meer over de politieke verhoudingen dan de kranten. Volgens het ook in Nederland bekende recept: doe nauwkeurig mimiek en stembuigingen na, dan hoef je verder niet op je voorbeeld te lijken – spelen de acteurs met veel genoegen de kleingeestige eigenwaan van hun personages uit. Dat heeft tot gevolg dat na twee seizoenen sommige politici zijn verdwenen achter het geëxalteerde karakter van hun spiegelbeeld. De voormalige burgemeester en president van de deelstaatregering Pasqual Maragall, die na zijn terugtreden graag als boven de partijen staande grand old man in de politieke pappot roert, is beroemd geworden om een stopwoordje dat hij zelf nooit in de mond neemt, maar dat zijn acteur heeft bedacht om zijn personage “af” te maken. En het spraakgebrek van de inmiddels tot ver over de landsgrenzen bekende kok Ferran Adrià is synoniem geworden met zijn onnavolgbare goochelarij in de keuken. Wij zitten op donderdagavond vol voorpret op de bank. Groeten uit Polen.

donderdag 13 september 2007

Doorbijten

De scholen zijn weer begonnen, halleluja! Het was een vrolijk weerzien bij het schoolhek. Kinderen vielen vergeten klasgenootjes om de hals en de ouders moesten hun best doen om de enorme grijns op hun gezicht enigszins in toom te houden. De grote vakantie begon dit jaar op 21 juni en hij duurde tot 12 september. De volwassenen zijn in augustus vrij. Augustus is de maand dat alles stil ligt, dan ga je gezellig met het hele gezin naar zee. Voor die andere acht weken moet je een oplossing zien te vinden. De favoriete oplossing heet opa en oma. Om de jeugd van je kinderen een beetje ontspannen door te komen, is het handig enkele grootouders in de buurt te hebben. Maar ja, niet iedereen wil of kan bij zijn ouders om de hoek wonen. Dat wordt dus hollen en vliegen en instantoplossingen verzinnen en in de tussentijd een hoop schelden en snauwen. Gelukkig is er in juli de casal, een soort zomerschool. De kinderen houden zich met sport en spel bezig en zijn toch de hele dag onderdak. Kost ongeveer honderd euro per week, inclusief warme maaltijd. Terug van vakantie is het een kwestie van doorbijten. De kinderen weten van gekkigheid niet meer wat ze doen moeten en jij zit bekneld in je dubbele agenda van werkende en zorgende ouder. Er gaan stemmen op om het aloude instituut van de vrije zomer maar op te heffen. Dat de jonge hersentjes boven de 25 graden niet meer functioneren kan niet langer het probleem van de ouders zijn. Die ouders werken tegenwoordig allebei. Ze moeten wel, want een gezinswoning kost een maandloon. Maar ja, als wij hier straks een Europese zomervakantie hebben, dan moeten de kinderen opeens ook herfst- en voorjaars- en mei- en weet ik niet wat voor vakantie. De grote opluchting is wel, dat we nu tot juni volgend jaar rust en regelmaat hebben.

woensdag 12 september 2007

Grote woorden

De Dalai Lama was even in de stad om het nieuwe onderkomen van het Tibethuis met zijn verlichte aanwezigheid luister bij te zetten. Een mooie gelegenheid om hem enkele pregnante uitspraken te ontlokken. Josep Carod Rovira, de voorman van de Linkse Republikeinen, tevens vicepresident van de deelstaatregering en eenzaam voorvechter van een onafhankelijke Catalaanse natie, had zichzelf op de thee genodigd om de Lama te laten zeggen dat Catalunya zich ogenblikkelijk van Madrid moet bevrijden. Daar leende de beste man zich niet voor. Hij hield het erop, dat Catalunya net als Tibet naar vrijheid verlangt en dat er met dat verlangen niets mis is. Een verslaggever van La Vanguardia kreeg meer voor elkaar. Die wist uit zijn mond op te tekenen dat onderwijs seculier dient te zijn. Daar waren ze ter redactie blij mee, want het plan van de regering om op school het vak burgerschapszin in te voeren, heeft in confessionele kringen tot grote opwinding geleid. De katholieke kerk, in dit land een serieus te nemen gesprekspartner in het politieke debat, vroeg zich af waar de overheid het recht vandaan haalt zich met de morele vorming van kinderen te bemoeien. Dat is immers exclusief aan de ouders voorbehouden, aldus deze zielenherders. Een verrassend gezichtspunt, na tweeduizend jaar tyrannieke onderdrukking van de zelfbeschikking.

dinsdag 11 september 2007

Diada

Vandaag is het elf september, de dag waarop lang geleden, in 1714 om precies te zijn, met de val van Barcelona een eind kwam aan de Spaanse successieoorlog. Catalunya werd zwaar gestraft voor haar verzet tegen een Bourbon als opvolger van de laatste kinderloze Habsburger. Al haar rechten werden haar afgenomen en aan weerszijden van Barcelona werd een fort gebouwd om de stad wanneer dat zo uitkwam te kunnen bombarderen. Die nederlaag wordt hier groots gevierd. La Diada is de dag waarop de Catalanen gedenken dat Madrid, met de haar typerende kortzichtige arrogantie, hun grootsheid knecht. In plaats van dankbaar te profiteren van onze werklust en handelsgeest worden wij voortdurend gekleineerd, dat is zo’n beetje de gedachtengang. Dit jaar is er extra reden tot feest, want de spanningen zijn deze zomer behoorlijk opgelopen. De dagelijkse vertragingen op het spoor en de grote stroomstoring van juli hebben aan het licht gebracht dat er de afgelopen decennia consequent te weinig in de infrastructuur van de snel groeiende agglomeratie Barcelona is geïnvesteerd. Je zou daarvoor een logische verklaring kunnen zoeken – wet van de remmende voorsprong bijvoorbeeld – maar daarmee appelleer je niet aan het geloof een kleine nederzetting te zijn die moedig weerstand biedt. Eén voordeel heeft la Diada wel: we worden niet lastiggevallen met die andere herdenking die vandaag over de hele wereld de journaalbeelden vult.

maandag 10 september 2007

Goedkoop

Sinds een jaar of twee is de oversteek van Mauretanië naar de Canarische eilanden een gewilde toegang tot Fort Europa. Met een open houten boot is het ongeveer anderhalve dag varen. Die boten komen uit Senegal. Ze varen onder de kust naar Mauretanië en wagen dan de oversteek. Steeds vaker trouwens nemen ze pas aan de rand van de Sahara mensen aan boord, Aziaten meestal, die er dan al een flinke reis op hebben zitten. Wij krijgen op tv de pechvogels te zien die door de kustwacht zijn onderschept en na een warme douche en een maaltijd terug naar Afrika worden gebracht. Weg spaarcenten. (Van de ongelukkigen die in zwaar weer terechtkomen hoort uiteraard nooit meer iemand wat.) Wat opvalt is dat veel van die jonge jongens, soms bijna de helft, een Barçashirtje dragen. Geen echte van 60 euro natuurlijk, maar goedkope nep. En als de verslaggever vraagt waar ze naartoe hadden willen gaan, dan antwoorden ze: Barcelona. Barcelona is het toverwoord, Barcelona is de stad van melk en honing. Hier komen ze in de tuinbouw terecht of in de bouw. Er vallen veel doden in de bouw. Een ondoorzichtig systeem van onderaanneming zorgt ervoor dat het niemands schuld is dat er zonder wettelijk voorgeschreven veiligheidsmaatregelen tegen een hongerloontje wordt gewerkt. Ondertussen rijzen de huizenprijzen met dank aan de lage rente de pan uit. Weinig is zo profijtelijk als rechteloosheid.

zondag 9 september 2007

Oudergewoonte

We krijgen vrienden te eten. Op uitdrukkelijk verzoek ga ik een Aziatische schotel maken. Ik noem het maar zo, want er zijn vaag wat Indiase, Thaise en Indonesische invloeden herkenbaar. Dat kennen ze hier niet, koken met gember en komijn en al die andere uit het Oosten afkomstige ingrediënten. Japanse en Syrische restaurants zijn populair en Pakistan is in opkomst, maar zelf doen en dan nog wel op die onduidelijke multiculturele manier die voor het gemak fusion wordt genoemd, dat is hier nog niet doorgedrongen. De tv-koks bereiden zware binnenlandse maaltijden met worst en spek en peulvruchten. Verder kun je hier volop vis en schaaldieren krijgen en over een paar weken begint het paddestoelenseizoen weer. Catalunya kent een zeer rijke variëteit aan paddestoelen. Je kunt ze zelf plukken en dan bij een apotheek op giftigheid laten selecteren, je kunt ze ook voor de prijs van een eersteklas gamba bij de groenteboer kopen. Wij togen gisteren naar de Boqueria, de altijd drukke markt aan de Ramblas, die behalve populair ook het best geoutilleerd is. In de straatjes erachter zijn veel door Pakistani gerunde winkeltjes te vinden, voor de verre kruiden. Gezellig keuvelend en van het zachte weer genietend sprokkelden we onze benodigdheden bijeen. Het enige wat ik hier nog nergens heb kunnen vinden, is citroenblad. Daarvoor heb ik een geheim adres: de Nieuwmarkt in Amsterdam. Ik koop ze noodgedwongen gedroogd. Even in de week en ze zijn bijna net zo lekker als verse. Een migrant sleept zijn cultuur met zich mee. Daar is geen ontkomen aan.

zaterdag 8 september 2007

Hoy Osama

We hebben je op televisie gezien. We wisten al een paar dagen dat je zou komen, maar we moesten wachten tot onze geheime diensten je boodschap hadden goedgekeurd en in voor ons begrijpelijke taal omgezet. Ze wilden waarschijnlijk zeker weten dat we niet in paniek zouden raken van je woorden. Wel een beetje bang, maar niet in paniek. Meer zo van: hè get, kan die enge man nou niet eens ophouden met dreigen? Maar goed, daarover schrijven we je niet. We wilden je namelijk complimenteren met je baard. Wat een mooie zwarte baard! Is dat Regain™ of een oud Afghaans recept? Wel verrassend trouwens, dat jij je aan ijdelheid overgeeft. Het komt op ons niet erg gelovig over, om de wil van je schepper te weerstaan. En ga ons nou niet vertellen dat dit een oude opname is waar je een nieuw geluid onder hebt geplakt. Want dat geloven wij niet! Trouwens, wist je dat er op de meeste videocamera’s een ring of een knopje zit waarmee je scherp kunt stellen? We zouden zo graag je oogopslag eens zien, om te ontdekken of je werkelijk heel boos op ons bent of dat het allemaal spel is. En mogen we het adres weten van die Islamitische website waar jij je tapes naartoe stuurt? Dan kunnen we zelf een kijkje nemen, zonder op de geautoriseerde versie te hoeven wachten. Dat moet kunnen, toch? We leven in het informatietijdperk. Nou, het ga je goed. We horen wel weer van je.

vrijdag 7 september 2007

Beschermeling af

Bicing, de handige bijna gratis leenfiets, leek bezig een revolutie te ontketenen. Het fietsen heeft Barcelona deze zomer in zijn greep gekregen. Jong en oud, rijk of arm, iedereen stapte op de fiets. Opeens was fietsen niet langer een tijdverdrijf voor waaghalzen met teveel testosteron in hun lijf. Heel de stad ging de strijd met de auto aan. De auto en de brommer zijn hier van oudsher de baas. Voor hun genoegen kennen vrijwel alle straten eenrichtingsverkeer, wat overigens de doorstroming zeker bevordert. Door deze overvolle stad rijd je een stuk sneller dan door het zoveel ruimer opgezette Amsterdam met zijn talloze verkeersbelemmerende maatregelen. Om ongelukken te voorkomen, was het fietsers toegestaan over het trottoir te rijden. Maar met de snelle groei van het fietsverkeer is die regel niet langer houdbaar gebleken. Het begon met steeds scherper getoonzette ingezonden brieven over het onaangepaste gedrag van de stoepfietsers. Weg met die lui! En inmiddels heeft de politiek besloten de voormalige beschermeling voor de leeuwen te werpen. Die arme fietsers mogen niet eens van de betrekkelijk veilige busbaan gebruik maken maar moeten midden op straat tussen het razende verkeer rijden. Is dat ontmoedigingsbeleid of denkt men op deze manier de automobilisten af te leren het gaspedaal diep in te trappen?

donderdag 6 september 2007

Lekker ramblassen

De film En un momento dado van Ramon Gieling was van de week op televisie. Op een gegeven moment slenteren Johan en Danny innig gearmd over de Ramblas. Dat kan nou niet meer, hè? merkte mijn geliefde spijtig op. Ze bedoelde niet dat iemand van vergelijkbare statuur, zeg Ronaldinho, door handtekeningenjagers onder de voet zou worden gelopen. Haar klacht was dat de Ramblas niet meer van ons zijn. De toeristen hebben onze wandelpromenade ingepikt. Hoe kun je nog van een mooie avond genieten met die roodverbrande halfnaakte schreeuwlelijken om je heen? En de prijzen op de terrassen lijken speciaal bedacht om de lokale bevolking weg te jagen. Omdat het flaneren nou eenmaal in de genen zit verankerd, gaan de Barcelonezen in eigen wijk uit wandelen. Sommige hebben een passend plein, in de onze biedt de overkapping van de verdiepte ringweg uitkomst. In de oude hoerenbuurt Raval hebben ze zelfs een reeks huizenblokken gesloopt om een langgerekt wandelplein te creëren. Maar ook daar zijn de toeristen al bijna in de meerderheid. Het is te hopen dat ze die schijnbaar zo innig omarmde gewoonte niet bij thuiskomst weer vergeten zijn, want dan is heel dat midweekimperialisme voor niks geweest. Dus jas aan, paraplu omhoog en fijn de buurman groeten. (Mooiste scène uit de film: de Cruyffjes stappen in hun Citroën SM en verdomd, het ding rijdt!)

woensdag 5 september 2007

Muzak

Eén van de grootste ondergrondse ergernissen vormen de mensen die je niet uit de metro laten stappen wanneer je daar behoefte aan hebt. Ze zijn er in twee soorten: zij die op het perron pal voor de openschuivende deur staan zodat jij er niet langs kunt; en zij die menen dat het logistiek handiger is om eerst in te stappen. Vaak gaat het hier om toeristen die geloven dat de deuren na de waarschuwingsbel meteen dichtslaan (wat niet zo is.) Sommige stadgenoten kunnen er ook wat van. Zeker geen vaste gebruiker, zie je de andere passagiers denken terwijl ze dapper hun ergernis wegslikken. Wegslikken, zo hoort dat hier. Niet schelden, niet boos kijken, hooguit een theatraal zuchtje slaken. Het is een kunst op zich. Laatst stapte een jongen in met in zijn hand een rood plastic zakje. Uit dat zakje klonk harde, lelijke muziek. Afschuwelijke muziek, van die vreselijke, vrouwonterende Zuidamerikaanse reggaeton, en dan in zijn soort nog slecht gemaakt ook. Geen van de reizigers vertrok een spier. Iedereen keek strak voor zich uit, misschien net iets strakker dan daarvoor. Pas toen de jongen heel veel haltes verder uitstapte, was de opluchting voelbaar. Weer een aanval op de goede smaak afgeslagen, leek de heersende mening.

dinsdag 4 september 2007

Groene golf

Zoals op warme septembermiddagen de Sarphatistraat de mooiste straat van Amsterdam kan zijn, zo bezit ook Carrer d’Aragò een vreemdsoortige aantrekkingskracht. Wanneer ik met de auto in de stad terugkeer, rij ik graag via Aragò naar huis. Vanaf de snelweg de Meridiana op en dan bij Clot rechtsaf. Vijf of zes rijen breed surfen we op de groene golf naar Avinguda de Roma. Eerst zijn de huizen aan weerszijden nogal buurtachtig. Gewone huizen waar mensen wonen. Voorbij Diagonal neemt het aantal kantoren en modernistapaleisjes snel toe tot aan het hoogtepunt op de kruising met Passeig de Gràcia, waarna heel geleidelijk het verval inzet en bij Roma een andere grandeur opdoemt, die van de voor deze stad wezensvreemde grote flatgebouwen. Maar het is niet die overgang in bouwstijlen die van de rit door Aragò zo’n plezierige ervaring maakt. Zou het de breedte van het wegdek zijn? Zes auto’s dik, dat heeft iets majestueus. Ook op de overstekende voetganger komt de straat wijds over, zeker wanneer het groene ventje begint te knipperen en je nog 2,7 seconde hebt om de veilige overkant te halen. Gek genoeg blijft er op een foto van dat gevoel weinig over. Gewoon een straat waar ten koste van het trottoir een extra rijbaantje is gewonnen. Niks bijzonders eigenlijk, zoals de Sarphatistraat bij het verkeerde weer zijn glans verliest. Wat er dan wel zo fijn is, zo geruststellend, aan dat ritje door Aragò? Ik denk toch dat het die groene golf is. Met een continu gangetje van vijftig plus rij je in een keer door de stad; een lekker filmische ervaring waar geen reclame tegen op kan.

maandag 3 september 2007

Dug in dug out

Het nieuwe voetbalseizoen is begonnen. Na een machteloos nulnulletje bij Racing Santander wist Barça de eerste thuiswedstrijd met 3-1 te winnen van Athletic de Bilbao. Er moet dit seizoen persé een prijs worden gewonnen. En dan niet de Copa Catalunya, maar de Champions League of het nationaal kampienschap. Met een begroting van 315 miljoen euro (grofweg zes maal wat Ajax en PSV spenderen) moet dat lukken, zou je zeggen. Vorig seizoen bakten de sterren er door allerlei oorzaken weinig van, maar sinds het illustere aanvalstrio Ronaldinho, Messi en Eto’o met de komst van Henry is uitgebreid tot een kwartet, door de pers los cuatros fantasticos gedoopt, zijn er geen excuses meer. De anders zo ontspannen coach Frank Rijkaard heeft alvast een zenuwachtig loopje aangenomen: van de bank naar de zijlijn en weer terug en dan nog eens naar de lijn en weer terug. Na Real Madrid is Barcelona de rijkste club van Spanje. Het geld wordt verdiend met merchandising en kaartverkoop. En als dat niet genoeg is, dan is er de vastgoedtruc. Barcelona gaat zijn ministadion (bekend van de thuiswedstrijden van Andorra) afbreken en er luxe woningbouw voor in de plaats zetten. Voor het terrein heeft een bouwconsortium een krankzinnig bedrag over. Zo hoog, dat je je vertwijfeld afvraagt hoeveel verdiepingen die wolkenkrabbers wel moeten krijgen. Volgens dezelfde methode verkocht de tweede divisieclub Murcia zijn stadion (“absolute toplocatie”) aan de gemeente. Van de opbrengst werd een schitterend nieuw stadion gebouwd en kon een compleet elftal worden gekocht dat inmiddels in de primera division acteert. Het publiek kan het niks schelen, dat laat zich graag bedriegen. Zolang er maar gescoord wordt.

zondag 2 september 2007

Opstaan voor iemand

De oude metro’s hadden van die vierpersoons zithoekjes aan weerszijden van het middenpad. In de nieuwe treinen hebben ze de stoeltjes een kwartslag gedraaid, met de rugleuning tegen de wand. Je zit nu wat verder van je overbuurman af. Hoe groter de afstand, hoe groter de vrijheid om schaamteloos voor je uit te kijken. Je hebt ook beter zicht op de passagiers die te laat waren om een zitplaatsje te bemachtigen. Die zijn meestal in de meerderheid. De grijpstangen zijn zo geplaatst, dat ze vlak voor je komen staan. Wie maakt er plaats voor dat hulpeloos kijkende oude mensje? Iedereen is druk met zichzelf bezig: krant lezen, muziek luisteren of een beetje met de mobiel frunniken. In elk geval doen we ons best haar niet te zien. Het is hier ieder voor zich. Wie wil zitten, moet maar bij een eindpunt gaan wonen. En als er een plekje vrijkomt, dan rennen we om het hardst. De oudjes weten dat. Dus kiezen ze de bus. En als ze toch de metro nemen, dan accepteren ze hun lot. Heel lang geleden, toen zij de allerkleinsten waren, kwamen ze er op het schoolplein niet aan te pas. En nu, aan het eind van hun leven, blijkt er niks te zijn veranderd. Behalve dan, dat ze zeer bedreven zijn geraakt in zielig kijken. Het is hun laatste wapen. Een enkele keer hebben ze er succes mee.

zaterdag 1 september 2007

Spookstation

We wonen hier met een hoop mensen op een klein lapje grond tussen zee en bergen ingeklemd. Ook al rijdt de metro elke twee à drie minuten, hij is eigenlijk altijd vol. Vier keer per week neem ik de blauwe lijn (lijn 5) die in de lengterichting van de stad loopt. Ik stap in bij Sants Estació en een zitplaats is dan gewoonlijk niet meer te krijgen. Bij Diagonal wordt het echt druk. Het is dringen geblazen bij het in- en uitstappen en wie nergens een handgreep kan vinden, grijpt zich aan zijn buurman vast. Twee haltes verder, bij Sagrada Familia, drommen de toeristen in grote aantallen naar buiten. De achterblijvers kijken vol verwachting in het rond: is er een stoeltje vrij? Dat is meestal nog niet het geval. We duiken opnieuw de duistere tunnel in en dan gloort in de bocht het licht van het volgende perron. Hé, denken de passagiers, ik wist niet dat hier een station was? Dat is er ook niet, hier is in de tunnelwand een nis aangebracht. Langzaam rijdt de metro langs een vijftig meter lange muurreclame. Dat we afremmen, om de boodschap in alle rust in ons op te nemen, dat ergert de mensen nog het meeste. Maar inmiddels zit dat spookstation er alweer een half jaar en is de reclame een keer of vijf vervangen. Niemand kijkt er nog naar.