dinsdag 18 september 2007

Onvindbaar

Ik moest even in Nederland zijn. Bij terugkomst nam ik de trein naar de stad. Heen pak ik liever de bus, want het treinennet is de laatste tijd nogal onbetrouwbaar en je vliegtuig missen geeft zo’n gedoe. Maar op de terugweg waagde ik het erop. Vlak voor vertrek sprongen drie kennisambtenaren aan boord. Een van de twee Billy Turfhomo’s naast mij, die met hun harde roze koffers op weg waren naar Sitges, had meteen in de gaten dat de jongste ambtenaar van dezelfde gezindte was. Enthousiast sprong hij op hem af. De jongen diep in de ogen kijkend liet hij zich uitleggen hoe hij moest overstappen. De jeugdige informatieverstrekker bloosde ervan. Gauw verlegde hij zijn aandacht naar twee Amerikaanse toeristes die het adres van hun hotel niet konden vinden op hun meegebrachte kaart. De jongen ook niet, zo bleek. Dat hij uit zijn grote zwarte overheidstas een zaklantaarn tevoorschijn haalde, hielp niet. Zijn collega’s, die hem met moederlijke warmte omgaven, kwamen vergeefs naast hem staan. Zelfs het dienstboekje met volledig stratenoverzicht bood geen uitkomst. Het bleek onmogelijk om de gevraagde informatie te geven. Ondertussen hobbelde de trein richting Sants Estació. Met groeiend plezier aanschouwden de overige reizigers het gestuntel van de gemeentelijk voorlichter. Kijk, nu bood hij al aan om even mee te lopen, want inmiddels wist hij wel waar het was, maar uitleggen hoe je daar het beste kon komen, dat was nog steeds te ingewikkeld. De twee Amerikaansen, die even vreesden in een gekkenhuis te zijn aanbeland, ontspanden zienderogen. Blijkbaar was het vinden van de weg in deze stad wel het minst belangrijke. Dat gaf een eigenaardig gevoel van veiligheid.

Geen opmerkingen: