donderdag 27 september 2007

Tweetalenland

Pilars ouders komen uit Andalucía. Ze is opgegroeid in de voorstad Santa Coloma, waar veel immigranten wonen. Spaans is er de voertaal. Catalaans werd pas haar dagelijkse taal toen ze naar de universiteit ging. Nu spreekt ze Catalaans met haar vriendinnen en Spaans met haar echtgenoot. Amparo praat thuis Spaans en Catalaans. Haar grootouders spreken Spaans, haar oom praat Catalaans met haar. Met haar buurjongen spreekt ze afwisselend Catalaans en Spaans, zoals het beiden uitkomt. Voor Carme is Catalaans de taal van haar ouders, de taal die haar het naast ligt. Ze verdient haar brood met het schrijven van Catalaanse teksten. Toch gaat Spaans, de taal waarin ze leerde lezen, haar nog altijd gemakkelijker af. Bijna niemand schrijft foutloos Catalaans. Van de Spaanstalige immigranten, of ze nu uit Extremadura of Zuid-Amerika komen, spreekt maar een heel klein percentage Catalaans. Velen verstaan het niet eens. Hun kinderen krijgen les in het Catalaans, als ze niet naar een dure Spaanstalige school gaan. Afrikanen spreken vaak beide talen. Engelstaligen hebben een voorkeur voor Catalaans, dat hen beter afgaat dan Spaans. De regionale televisie zendt bijna exclusief in het Catalaans uit. De krant La Vanguardia is Spaanstalig, El Periodico is in beide talen verkrijgbaar. Veel ingezonden brieven in La Vanguardia zijn in het Catalaans gesteld. Pilars man is van huis uit Catalaanstalig, onthult ze. Waarom ze dan Spaans met elkaar spreken? Pilar zegt: Dat is de taal waarin wij elkaar ontmoetten, en zo is het gebleven.

Geen opmerkingen: