maandag 24 september 2007

Lopend vuurtje

Het is feest in de stad. En bij feest hoort een correfoc, zeg maar een lopend vuur. Verkleed als duivels en begeleid door monotoon tromgeroffel sproeien de deelnemers sterretjesvuur in het rond. Ze hebben een stok bij zich met daaraan buisjes waarin het vuurwerk is gestopt. De opperduivels dragen staketsels waaraan wel tien vuurspuwende monden zijn gehangen. De buizen zitten op wieltjes, zodat ze door de kracht van het sproeiende vuur in het rond beginnen te draaien, wat de feestvreugde verder verhoogd. Het vuurwerk eindigt meestal in een daverende knal. Een beetje correfoc brengt gauw twintig duivels op de been. Dolenthousiast storten de foccers zich in het publiek, al spuitend en knallend en in het rond springend. Daarbij wordt de toeschouwers letterlijk het vuur aan de schenen gelegd. Het is een wonder dat er geen ongelukken gebeuren. Al gauw hangt er een dikke kruitdeken in de straat. Steeds als de storm lijkt te luwen, begint het festijn, opgestookt door de trommelaars, opnieuw. Soms is er een heuse vuurspuwer bij om het publiek wat warmte toe te blazen. En helemaal mooi is het wanneeer er een vreugdevuur wordt aangelegd waar dan de jeugd doorheen mag springen. Het doet denken aan een middeleeuws gebruik dat in de loop der tijden weinig vernieuwing heeft ondergaan, maar toch schijnt de correfoc pas dertig jaar te bestaan. Iedere wijk heeft zijn eigen vereniging. Op het feest van Mercè, dat dit weekend wordt gevierd, komen ze samen op het plein voor de kathedraal. Fijn met zijn allen de duivel uitdrijven.

Geen opmerkingen: