vrijdag 11 januari 2008

Volksdrug

Behalve een roepnaam voor hasjiesj is xocolata ook gewoon chocolade. Het is volksdrug nummer een in Catalunya. Een dag zonder cacao is een dag niet geleefd. De bakkersetalages liggen vol met chocola overgoten broodjes en in cafés en een enkel nog bestaand cacaohuis is een typische dikke chocoladedrank te krijgen, meer op pap dan op melk lijkend. Het recept hiervan is al heel oud, de Azteken dronken hun chocola al gemengd met maismeel. Ze kregen het recept voor hun ongezoete en met kruiden versterkte ‘vuurdrank’ van de Maya’s toen ze hun cultuur overnamen. Cacao is bewerkelijk. De grote bonen laten zich niet gemakkelijk vermalen. Het zou daarom tot de uitvinding van een machinale productiewijze duren voordat chocola in populariteit met koffie en thee kon wedijveren. Toen ook werden de hoge accijnzen op cacao opgeheven en werden in de koloniën plantages ingericht. Ook de toevoeging van suiker en melk hielp het bittere goedje populariseren. Van een lokaal product uit het brongebied van de Amazone werd cacao een overal in tropische bosgebieden verbouwd gewas. Tegenwoordig neemt Ivoorkust de helft van de productie voor zijn rekening. De werkomstandigheden op de plantages kunnen het best worden omschreven als slavernij. Consumptie vindt vooral in Europa plaats. Zoals voor meer genotmiddelen geldt, is de totale inname in Catalunya niet bijzonder groot. Het gaat vooral om de manier waarop. Voor melkchocola en andere milde varianten haalt men de neus op. Chocola moet zwart zijn, puur, en een merkbare stemmingsverandering in de hersens teweeg brengen. Net als die andere xocolata. Een postercampagne waarschuwt voor de sluipende gevaren van hasjiesh door het spul als een tablet zwarte chocola af te beelden.

Geen opmerkingen: