zaterdag 26 januari 2008

Porc senglar

Collserola, de heuvelrug achter Barcelona, herbergt everzwijnen. Die zullen daar ooit zijn uitgezet, want het nationale park is aan alle kanten door steden en snelwegen omgeven. De zwijnen hebben het goed. Ze fokken er lustig op los. Het park wordt ze te klein. In Montbau, een flatwijk hoog op de heuvel met schitterend uitzicht over de stad en de zee, stropen zwijnen de vuilnisbakken af. Er ligt daar van alles. De bewoners klagen. Andere bewoners geven de dieren te eten. Daar wordt ook over geklaagd. Inmiddels heeft een afsplitsing via de aangelegde wildtunnel de wijk weten te nemen naar het park van Garraf, twintig kilometer naar het zuiden. Daar doen ze zich te goed aan vogeleieren. Ook de lokale tuinbouwproducten gaan er wel in. De gezamenlijke overheden hebben nu besloten iets te doen. Hekken hebben geen zin want daar breken de zwijnen doorheen. Sterilisatie is een serieuze optie. De beschermde dieren mogen niet geschoten worden. Dat is jammer. Everzwijn, of porc senglar zoals ze hier zeggen, is erg lekker. En gezond bovendien, mag je aannemen. Je kunt everzwijn roosteren boven een vuur of in zijn eigen vet sudderen. Dat laatste levert een zware saus op waar veel uien en paddestoelen doorheen gaan. Een vol glas wijn doet de rest. Zwijn met wijn, het is een vanzelfsprekende combinatie. Het lekkerst maken ze dat in de provincie klaar. Na afloop moet je naar huis rijden. Halverwege begint de overdaad zich te wreken. De stadse maag zoekt verlichting. Op een achterafweggetje vind je gelegenheid om je discreet van je overgewicht te ontdoen. Uit de struiken klinkt geknor. Daar zijn ze! Je mag wel voortmaken. Gauw veeg je met wat voorhanden is, droge bladeren waarschijnlijk, je mond af. Terug in de auto moet je even op adem komen. Ik eet nooit meer everzwijn, zeg je. Dit jaar, bedoel je.

Geen opmerkingen: