woensdag 2 januari 2008

Gewoon

Terug in eigen stad. Terug in eigen wijk. Ik heb vorige week de gebruikelijke toeristische vragen moeten beantwoorden, samen te vatten onder de noemer: hoe is het nou om in Barcelona te wonen? Ik voel mij dan een beetje een Amsterdammer die op de camping loopt op te scheppen dat hij uit Geuzenveld komt, erop rekenend dat niemand weet hoe ver dat van het centrum ligt. Tien tegen een overigens dat zo’n figuur uit Landsmeer of Purmerend komt. De verleiding is groot om bij terugkeer vast te stellen dat het inderdaad een heel bijzondere ervaring is, hier wonen, maar mijn eigen wijkje is niet meer dan een verzameling huizen en winkels met onderhand vertrouwde gezichten. Hier breng ik het grootste deel van mijn tijd door. Voor mijn werk ben ik vaak aan de andere kant van de stad te vinden, in een volkomen andere al even gewone wijk. Tussendoor bevind ik mij in de metro, mijn meest stadse ervaring. Is het dan zo opmerkelijk om op enkele kilometers van een dit jaar door zeven miljoen toeristen bezochte historische binnenstad te wonen? Ach, zoiets went snel. Ik kom er wel eens, ik heb er tot genoegen een paar weken mogen werken. En laten we niet lyrisch worden. De meeste mensen bezoeken een binnenstad om te shoppen, iets waar ik een gruwelijke hekel aan heb. Toch ben ik blij dat ik weer hier ben, in wat iedere dag een beetje meer mijn stadje wordt. Ik hou van de sfeer hier. De mensen zijn aardig tegen elkaar. Niemand probeert een klootzak voor een ander te zijn. En als ze dat niet kunnen opbrengen, dan houden ze beleefd afstand. Barcelona is een toevallige opeenhoping van mensen die elkaar een prettig leven gunnen. Van de bijkomende grootsteedse voordelen profiteren we dankbaar. De nadelen negeren we.

Geen opmerkingen: