zondag 21 oktober 2007

Vergeten

De overgang van fascisme naar democratie is hier geen uitgemaakte zaak geweest. Misschien herinnert iemand zich hoe kolonel Tejero in 1981 voor het oog van de tv-camera’s een bij nader inzien wanhopige poging ondernam om oude tijden te doen herleven. Om de kwetsbare nieuwe tijd niet in gevaar te brengen, is er veel onder het tapijt geveegd. Vroeger is dood, we praten er niet meer over. Maar wie de daders vergeeft, die laat de slachtoffers aan hun lot over. De geschiedenis van veertig jaar franquisme is behoudens films en literatuur nog grotendeels wat Franco er zelf van heeft gemaakt. Daarom komt de regering na een lange aanloopperiode met de Ley de la memoria histórica, een wet die iedere burger de gelegenheid biedt de officiële lezing van een gebeurtenis aan te vechten. Daar is behoefte aan, zo verwacht een meerderheid in het parlement. Er zijn nogal wat burgers ten onrechte in het gevang geworpen, velen zijn om niks ter dood gebracht. De wet kan nabestaanden de genoegdoening schenken dat ten minste de voetnoten van de geschiedenis waarheid bevatten. De Volkspartij vindt het maar onzin. Zou de regering zich niet liever druk maken om de opstand in de regio’s? Al dat gezeur over vroeger. Bovendien, waar heeft men het eigenlijk over? Zoals europarlementariër Jaime Mayor Oreja opmerkte: veel families hadden geen enkel probleem met het franquisme, zij leidden een normaal en vredig bestaan. En zo is het maar net. De oorlog was voor veel Nederlanders ook best een gezellige tijd. Dat wil een mens wel eens vergeten.

Geen opmerkingen: