woensdag 31 oktober 2007

Gemiste kans

Er is een festival van muziekdocumentaires in de stad. Ben gisteravond met mijn liefje naar The U.S. vs John Lennon geweest. Een niet helemaal gelukte film waarin alle oude beelden keurig op een rijtje staan en waarin wordt verteld hoe John Lennon en Yoko Ono in 1970 aansluiting vinden bij de Amerikaanse anti-Vietnambeweging. Ze vertonen zich openlijk in gezelschap van de protestleiders Abbie Hoffman en Jerry Rubin en van Black Panther-voorman Bobby Seale. Er is een geestige scène waarin Lennon tijdens een tv-opname zijn goede vriend Bobby Seale voor de camera haalt en je voelt het studiopubliek van angst verstijven. Met zijn instant tot mantra verheven songteksten – war is over, give peace a chance – jaagt Lennon de paranoïde regering Nixon de stuipen op het lijf. Het gevaar John Lennon moet bezworen worden. Ze luisteren me af en ze volgen me en ze laten mij dat merken, om me gek te maken, zegt Lennon. De vele getuigenissen uit beide kampen laten er geen twijfel over bestaan dat dit waar is. In 1971 boekt de John Lennonshow een succesje wanneer de om twee joints voor tien jaar gevangen gezette John Sinclair wordt vrijgezongen. Het volgende doel is de herverkiezing van Nixon tegenhouden. Maar Lennon en Ono besluiten op het laatst niet mee te gaan naar de protestbijeenkomst bij de Republikeinse conventie in de zomer van ’72. We waren bang dat we vermoord zouden worden, merkt Ono daarover onomwonden op. Daarmee is hun rol uitgespeeld. In het vervolg worden beiden nog een tijdlang lastig gevallen om hun verblijfsvergunning en als ze eindelijk een green card hebben, krijgen ze een kindje en gaan happy family spelen. De betekenis van John Lennon lost langzaam op. En dat is het gekke van de film. Het moet voor de man persoonlijk een drama zijn geweest. Je ziet aan zijn kop dat hij in die jaren flink aan de drank en de drugs was. Maar wat de rest van de wereld ervan vond, krijgen we niet te horen. Dat heb ik nog nooit te horen gekregen. In die paar hectische jaren waarin hij de overstap maakt van een wereldberoemde hippiemuzikant naar een activist met een zeer concreet doel voor ogen, wordt hij voor gelijkgestemde geesten een soort halfgod die hun het gevoel geeft dat er werkelijk wat staat te veranderen. John is with us. Ze gaan het redden. Nixon wordt verslagen, het kapitalisme wordt verslagen, de oorlog is voorbij, Amerika wordt een nieuw land. En dan gaat het allemaal niet door want Nixon veegt zijn tegenstander, de halve hippie George McGovern, finaal van de kaart. De film lijkt graag de indruk te willen wekken dat de psychologische druk op Lennon hierin een doorslaggevende rol heeft gespeeld. Door Lennon uit te schakelen kon Nixon winnen. Maar dat is een al te romantische voorstelling van zaken. Zo populair was Lennon nou ook weer niet bij de Amerikaanse middenklasse. Het failliet van het icoon John Lennon is vooral een symptoom van de algehele depressie waarin de vredesbeweging na 1972 verzeild raakte. De droom was voor iedereen voorbij. En daar vraagt de film niet naar. Al die mensen die aan het woord komen vertellen met smaak over de opwinding van die mooie tijd en dat ze er nog wel eens met weemoed aan terugdenken. Maar wat er daarna gebeurde, of ze junk werden, of ze banken gingen beroven, of ze hun baard afknipten en een nette baan namen, dat mogen we niet weten. En dat was nou net de vraag die gaandeweg in mij opborrelde. En toen? Wat gebeurde er toen? Wat is er van jullie geworden? Heeft Nixon de vredesbeweging vermoord of hebben de kiezers het zelf gedaan? Voor mij zijn dat relevante kwesties. Ik heb die gouden tijd namelijk net niet meegemaakt. Ik zat tijdens de depressie op de middelbare school. En ik mocht meemaken hoe de volgende generatie het ingekakte zootje eens flink tegen de schenen schopte. Dat was ook een leuke tijd. Maar ik zou graag de grote sociologische slingerbeweging in beeld zien gebracht. Hoe alles met elkaar samenhangt. Hoe een hoogtepunt altijd de top van een golf is en dus alleen kan bestaan omdat er een dal op volgt. Dat soort verhalen, die willen we horen. Verhalen over de noodzaak en de schoonheid van depressie, wezenlijk.

Geen opmerkingen: