zaterdag 13 oktober 2007

Private banking

Er zijn hier ongelofelijk veel banken. In iedere winkelstraat en rond elk plein vind je filialen van de grote landelijke banken. Ze hebben de neiging bij elkaar te clusteren, die banken. Als je een vestiging van de concurrent ziet, dan weet je dat jouw bank niet ver kan zijn. En dan heb je ook de spaarbanken, waarvan er nog veel meer zijn. Elk stadje, elke vallei, heeft zijn eigen spaarbank. In die ontelbare kantoortjes gebeurt op het oog weinig. Er wordt wat getelefoneerd, soms ratelt ergens een telmachine. Wanneer je binnenstapt ben je bijna altijd aan de beurt. Ik kom vaak in een bank. Dat komt omdat de banken op iedere transactie commissie berekenen, behalve op het contant voldoen van een betaling aan een eigen rekeninghouder. Of hier van een herenakkoord of een wettelijk voorschrift sprake is weet ik niet, maar als ik een bedrag aan de school van zoonlief moet overmaken, dan kan ik dat bij een van de filialen van de bank van school zonder bijkomende kosten doen. Ik kan natuurlijk denken: zoek het maar uit, mijn uurprijs ligt te hoog om me om al die dubbeltjes druk te maken. Maar ik ben een immigrant en ik moet inburgeren (van mezelf, niet van de regering) en een regelmatig bezoekje is een prachtige gelegenheid om beetje bij beetje de wondere wereld van het bankwezen te doorgronden. Bovendien word je, omdat men toch niks beters te doen heeft, met alle voorkomendheid behandeld. Mijn bankier was de eerste die mij bij mijn naam aansprak, lang voor de bakker en de groenteboer.

Geen opmerkingen: