dinsdag 13 mei 2008

Duur geld

Op het postkantoor hangen grote gele posters van het geldkoeriersbedrijf Western Union. Voor slechts enkele procenten van de hoofdsom wordt het publiek aangemoedigd om geld naar diverse landen in Zuid- en Midden-Amerika te sturen. Niet elk land is even duur, voor sommige geldt een vastgesteld administratief maximumtarief. De reclame is bedoeld voor Latijns-Amerikaanse immigranten die maandelijks een paar honderd euro naar huis sturen. Dat doen veruit de meesten van hun. In arme landen als Ecuador en Bolivia zijn veel gezinnen economisch afhankelijk van het geld dat door de broer of zus in Spanje naar huis wordt gestuurd. Ik heb het altijd bizar en ook tamelijk bar gevonden dat het zo duur moet zijn om geld naar de derde wereld te sturen. Ik kan overal binnen Europa gratis geld opnemen (op een jaarlijks vast bedrag voor deze service na) en ik kan kosteloos (op een jaarlijks vast bedrag etc.) geld van het ene land naar het andere overmaken. Waarom zijn de latinos en anderen die met hun zuur verdiende geld zoveel meer monden moeten voeden op de dure diensten van een Amerikaanse geldmachine aangewezen? Kan er niet een verdragje tegenaan worden gegooid om overboekingen even gemakkelijk en goedkoop te maken als ze tegenwoordig intracommunautair zijn? Overigens dreigt het aantal geldzendingen en de omvang ervan de komende tijd drastisch af te nemen. De migranten voelen als eerste de pijn van de crisis. Zij werken in de gehypete sectoren die de afgelopen jaren veel goedkope arbeidskrachten zochten en ze nu weer kwijt moeten, waaronder de bouw, en als ze een veiliger plekje gevonden dachten te hebben, dan zorgt de discriminerende werking van de vrije markt er wel voor dat ze als eersten aan de beurt zijn om de laan uit te vliegen. Terwijl dankzij de speculatiedrift van onze aandelenbeheerders de voedselprijzen de pan uitrijzen, vertoont het inkomen van veel families in arme landen momenteel een neerwaartse spiraal.

Geen opmerkingen: