vrijdag 15 februari 2008

Samsara

Ik zag twee punkmeisjes in een vuilcontainer naar iets bruikbaars zoeken. Ze waren nog geen twintig jaar oud. Als hun ouders punkers zijn geweest, dan waren ze dat ten tijde van hun conceptie al niet meer. Ze zagen er redelijk authentiek uit, zonder veel frutsels of parafernalia, in stemmig zwart met zware hoge schoenen. Ze straalden het bijbehorende ongeloof uit, een mengsel van adolescentenwanhoop en aangeboren stuurloosheid. Ik vroeg me af hoe het komt dat zulke meisjes opeens weer opduiken. Na een kleine opleving rond de zelfmoord op Kurt Cobain zijn ze twintig jaar lang niet in het straatbeeld te zien geweest. Het is waar dat de nabije toekomst geen reden tot vreugde geeft. We zitten met z’n allen op de voorzegde crisis te wachten. Maar nog is het niet zover. Nog heeft de jeugd alle aanleiding zich in een hippiekleedje te hullen. Vanwaar dan die nieuwe uitzichtloosheid? Toen ik erop ging letten zag ik meer hele en halve punkers rondlopen. Ze dragen allemaal dezelfde soort zeefdruk op de rug van hun zwarte sweatshirt, een doodshoofd of een spinnetje of iets dergelijks. Levert een wereldwijde keten deze kleren? Gaat er nu een nieuwe door de mode geïnspireerde punkbeweging komen? Nu ja, die eerste keer was het ook een modegril. De betekenis kwam daarna pas. Ook deze keer zal de betekenis niet lang op zich laten wachten. Zo gaat de geschiedenis op herhaling. Omdat we met z’n allen het wiel in beweging houden.

Geen opmerkingen: