donderdag 21 februari 2008

Doemdenken

Temidden van alle opbrekingen en omleidingen en de bijbehorende publieke commotie die met de AVE gepaard gingen en nog steeds gaan was daar opeens het wandje. In de corridor tussen de metrostations van lijn 3 en lijn 5 was van de ene op de andere dag een wand opgetrokken die de doorgang over meer dan de halve lengte een meter smaller maakte. Aan de korte zijde zat een deur, een eenvoudige ongeverfde binnendeur met een cilinderslot. Grauwe gipsplaten waren met grote schroeven tamelijk slordig op een vermoedelijk ruwlatten frame geramd. Ik moest denken aan de boot waarop ik lang geleden woonde. Daar had ik in mijn jeugdig onvermogen ook zulke wandjes getimmerd. Wat gebeurde hier achter? Mijn eerste gedachte was dat de AVE nu wel erg dichtbij kwam. Eerst nam hij onze onderdoorgang af en nu moesten we opeens een volle meter indikken, alsof de standaardbreedte van de loopgangen in deze stad al niet benauwd genoeg is. Was er weer eens iets ingestort? Had iemand een klein foutje in de berekeningen gemaakt? Dat is het probleem met die moderne prestigeprojecten die zich overal dwars door de bestaande orde heenvreten: je wordt er als burger zo cynisch van. Het wandje was niet zomaar weer verdwenen. Ik kon in alle rust fantaseren over wat wij niet mochten zien. Nu weet ik het. Toen ik gisteren voorbij kwam lopen stond de geheime deur op een kier. Erachter brandde licht. Twee werklieden waren met elektra in de weer. Het zag er niet bijzonder alarmerend uit. Prestigieus ook niet. Het leek nog het meeste op een doorsnee onderhoudsbeurt, een beetje opwindender getimed dan je van zo’n klusje gewend bent. Er is tot mijn spijt geen reden voor paniek.

Geen opmerkingen: