zondag 3 februari 2008

Carnestoltes

Núria nam coca de llardons mee naar de les. Het was vette donderdag voor carnaval, de dag dat er stevig wordt gebunkerd met het oog op het aanstaand drinkgelag. Coca is een rechthoekige bladerdeegbodem. Heerlijk met geconfijte vruchten of met fijngesneden courgette en paddestoelen. Deze dag zat er varkensvet op – “van vlak onder de huid” – met daarover een dikke laag suiker en pinyols, pijnboompitten. Ik ben dol op coca, maar deze was wel erg dierlijk. Je kun straks wel een paar borrels velen, natuurlijk. De hele week stond in het teken van de naderende carnestoltes, zoals ze hier zeggen, een direct uit het latijn afkomstig begrip dat duidt op het verbod op vleeseten tijdens de vasten. Vandaar dat er nu nog even snel een hoop vet en worst naar binnen wordt geslagen. Donderdag gingen de kindertjes elegant gekleed naar school. Weet je wat dat betekent, vroeg zoonlief, de laatste restjes van mijn dandyisme vertrappend. Woensdag droegen ze een vredesduifje in het haar en vrijdag was er verkleedfeest met na afloop een judodemonstratie. En daarmee waren de feestelijkheden grotendeels achter de rug. Gisteren had iedere wijk nog zijn eigen optocht, maar daaraan kon je je moeiteloos onttrekken. Carnaval is hier bepaald niet die onontkoombare volksrazernij die we uit Brabant en Keulen kennen. Echt wild gaan ze hier trouwens bijna nooit tekeer. Feest is traditie. Feest is aan vroeger denken. Daarna neemt ieder zijn vertrouwde positie weer in.

Geen opmerkingen: