maandag 10 december 2007

Van culé, merengues en colchoneros

Het oude stadion van Barça, waar de club tot 1957 voetbalde, was aangelegd op een kolenveldje. Dat was te merken, want soms kwam er wel eens iets boven het maaiveld uitsteken. Vandaar dat de aanhangers van Barça culé worden genoemd, afgeleid van culer, iemand die col verbouwd, Catalaans voor kool. Overigens wil een ander verhaal dat culé van cul komt, oftewel kont, omdat veel bezoekers die in het kleine stadion geen plek konden krijgen op de omringende muur gingen zitten. Uit Madrid komen de merengues en de colchoneros. De eersten, aanhangers van Real Madrid, zijn niet naar de Caribische muziek vernoemd, wel naar geschuimd eiwit. Het is wit en opgeklopt, zo ongeveer gaat de etymologie. De fans van Atlético – roodwit shirt – worden matrassenmakers genoemd, omdat een colchon hier van oudsher roodwit gestreept was. Overigens doen in Madrid zelf twee andere namen de ronde. Die van Madrid zijn los Vikingos omdat de Londense Times het onverslaanbare Madrid van de jaren vijftig als een stel brandschattende vikingen omschreef, die van Atlético noemen zichzelf graag los Indios. In Valencia zetelen de che, in de eigen taal xe geschreven. Het betekent zoiets als vent of kerel en is dus op iedere man uit de regio Valencia van toepassing. De andere club uit Barcelona, Espanyol, wordt met los periquitos aangeduid, de parkieten. Het blauwwitte tenue herinnert eraan. De club ging zelfs zover een heuse parkiet in het embleem op te nemen. Los Vikingos gingen afgelopen weekend op bezoek in de Catedral van Athletic Bilbao en wonnen daar. De culé bleven in het spoor met winst op Deportivo de La Coruña.

Geen opmerkingen: