dinsdag 25 december 2007

Taalstrijd

Engelse les leverde een interessante discussie op. Angels wilde weten wat het woord voor senador was. Ik zei: senator. Ik vertelde er bij dat Engeland deze bestuursfunctie niet kent. En senadora? vroeg Angels. Ook senator. Wat? Hebben ze daar geen vrouwelijke vorm voor? Dat vond Angels zeer vrouwonvriendelijk. Angels is filóloga, taalkundige. Ze vertelde dat een vrouwelijke minister hier tot voor kort een señora ministro was, een mevrouw de minister. Voor de titel ministra was hard gevochten. Ik beweerde dat de Engelsen dat stadium allang waren gepasseerd. Een minister is een minister, ongeacht geslacht. Angels zei dat daarmee de geschiedenis van vrouwenonderdrukking ten onrechte uit de taal werd verwijderd. Ik brak een lans voor zulke onschuld. Wij waren het niet eens. Ik hield het na een pittige woordenstrijd in afwisselend Engels en Spaans op een cultuurverschil. In het Spaans heeft ieder zelfstandig naamwoord een geslacht. Er is een wereld van mannelijke woorden en een wereld van vrouwelijke woorden en het onderscheid is zeer herkenbaar. Ten behoeve van de emancipatie zouden sommigen graag zien dat al het mannelijke vervrouwelijkt wordt. Of hier van vervanging of aanvulling sprake zal zijn liet Angels in het midden, om mij niet voor het hoofd te stoten. Ik wilde dat zij begreep dat deze discussie in Engeland, dat op een enkele vaak archaïsche uitzondering na geen onderscheid kent, betrekkelijk zinloos is. Dat ging niet zonder moeite. Dat lukte eigenlijk niet. Later dacht ik over het Nederlands na. Daarin kiest men de Engelse oplossing. Mijn zus is advocaat, geen advocate. Wie weet nog of een wasmachine mannelijk of vrouwelijk is? We zijn die kennis kwijtgeraakt. We zijn te dom om te discrimineren. Ik ben nog niet zo verspaanst dat ik dat gevaarlijk vind.

Geen opmerkingen: