woensdag 16 april 2008

Taalongemakken

De ondergrondse reiziger geeft tegenwoordig les bij een lasbedrijf in Castellbisbal, zo’n 20 km buiten Barcelona op een bedrijventerrein langs de snelweg naar Madrid. Het laswerk wordt volledig door machines gedaan. De negen cursisten hebben allemaal een procescontrolerende of administratieve functie. Wat ze met elkaar gemeen hebben is dat ze geen stom woord Engels spreken. Wat ze niet gemeen hebben is het gemak waarmee ze de taal oppikken. Dat is een talent dat zich weinig van ambitie aantrekt en nog veel minder van positie of vooropleiding. Soms weet de mindere het sneller dan de meerdere. Dat is voor die laatste niet zelden een pijnlijke ontdekking, valt de reiziger op, vooral wanneer het om oudere mannen gaat die in de loop van een arbeidzaam leven naar bescheiden aanzien zijn opgeklommen. Juist zij behoren tot de risicogroep, want als er één discriminerende factor is in de taalverwerving, dan is het leeftijd. Daar weet de ondergrondse reiziger alles van. De hersenen verliezen het vermogen zich een compleet nieuwe manier van denken en uitdrukken eigen te maken. De reiziger rekent het niet tot zijn taak om nieuwe, de gezagsverhoudingen doorbrekende hiërarchieën bloot te leggen. Het is dus zaak een ieder in zijn waarde te laten. Dat vraagt om scherpe waarneming en een alerte geest. Stel geen vragen die iemand niet kan beantwoorden en gun één of twee mindere goden het plezier een ongedacht talent in zichzelf te ontdekken. Doe je dat goed en laat je hen een voortrekkersrol vervullen, dan nemen ze je een hoop werk uit handen. Hun enthousiasme draagt de les. Hoef jij niet meer een energievretend vrolijk toontje aan te slaan.

Geen opmerkingen: