woensdag 30 april 2008
De schat van Moctezuma
dinsdag 29 april 2008
Luchtkasteel
maandag 28 april 2008
Eenwording
Wat heeft Sant Jordi, het feest van boeken en rozen, te maken met de gisteren beëindigde gijzeling van een Spaanse viskotter voor de kust van Somalië? Meer dan de verslaggevers op tv ons de afgelopen anderhalve week wilden doen geloven. Die concentreerden zich op het lijden van de 26 bemanningsleden van de tonijnvisser Playa de Bakio en de angsten die hun familieleden thuis in Galicië en Euskadi doorstonden. Leuk is het ongetwijfeld voor niemand geweest, maar de ondergrondse reiziger wou de zaak eens van een andere kant bekijken. De 6 miljoen rozen die hier vorige week met Sant Jordi zijn verkocht, kwamen voor een groot deel uit Oost-Afrika. Nederlandse bloemenkwekers profiteren daar van de ideale klimatologische omstandigheden in het hooggebergte en van de goedkope arbeid. De snijbloemen worden naar Schiphol gevlogen, in Aalsmeer geveild en vervolgens de hele wereld overgevlogen. Omdat een vrachtvliegtuig met alleen maar bloemen te licht is om te mogen vertrekken (minimale beladingseis) moet er iets zwaars bij. Diepgevroren vis bijvoorbeeld. Vandaar de op het eerste gezicht wellicht verwonderlijke aanwezigheid van een Baskische viskotter voor de kust van Somalië. Men vist er zijn bootje vol, vriest de lading in, stuurt het spul per vliegtuig naar huis, wisselt de bemannning af en voort maar weer. De zee moet leeg. De Playa de Bakio is inmiddels onder bescherming van het fregat Méndez Núñez onderweg naar de Seychellen. Er varen dus niet alleen Amerikaanse oorlogsbodems in de Indische Oceaan rond. Tezelfdertijd hebben Amerikaanse gevechtsvliegtuigen weer een hoop doden veroorzaakt in Somalië, om toch vooral maar te voorkomen dat er iets van orde ontstaat in dit verwoeste land. Niet zo vreemd dus, dat juist Somaliërs zich overgeven aan wat hier met veel verontwaardiging piraterij wordt genoemd. Enig lichtpuntje in de hele kwestie: de Spaanse overheid heeft naar verluidt een miljoen euro losgeld voor de gijzelaars betaald. Zo gaat er toch een beetje geld van rijk naar arm.
zondag 27 april 2008
Vruchtbare verzinselen
zaterdag 26 april 2008
Vrede
vrijdag 25 april 2008
Mientras tanto en Barcelona
De ouderen klagen dat de jeugd haar eigen onbegrijpelijke taaltje spreekt vol met leenwoorden en sms-afkortingen, maar zelf laten ze hun tong ook graag naar de mode hangen. Een jaar geleden zei iedereen sobre todo, wat bovenal of des te meer of daarenboven betekent. Tv-verslaggevers en politici konden er geen genoeg van krijgen. Op iedere bewering volgde een sobre todo. Dat hoor je nu niemand meer doen. Afgelopen najaar was por supuesto populair. Uiteraard, wat je zegt, dat lijkt me logisch, reken maar, vanzelfsprekend. Wat ík zeg, al met al. Sinds een maand zegt iedereen mientras tanto, wat ondertussen betekent, terwijl daarvoor mientras, wat terwijl betekent, blijkbaar mooi genoeg was. Waarom moet een informatieve mededeling opeens met literaire pretenties overgoten worden? Iedereen blaat mekaar maar na. Als je erop let word je er gek van. Het is nog wat vroeg om met zekerheid te zeggen, maar ik voorspel dat de Castilliaanse Z het deze zomer helemaal gaat maken. In Castilla wordt de afsluitende D als een Z uitgesproken. Dus solidaridaz zeggen, felicidaz, Madriz. Premier Rodríguez Zapatero, die uit Valladoliz komt, doet het met verve. Tijdens de afgelopen verkiezingscampagne maakte zijn partij er zelfs een feel good-item van. Modernidaz, seguridaz, ZP zorgt ervoor. Gisteren hoorde ik een woordvoerder van notabene de Baskische nationale partij Z zeggen. Die wil een wit voetje halen bij de regering, dacht ik meteen. De Z van la verdaz wordt de bumpersticker van wie Zapatero ook tijdens de aanstormende crisis nog steunt. Wie zich bedonderz voelt, spreekt zijn eigen taal of slist gewoon.
donderdag 24 april 2008
Botsende beschavingen
woensdag 23 april 2008
Bloedrode rozen
dinsdag 22 april 2008
Rechts inhalen
Slecht autorijden, dat kunnen ze hier goed. Nadat een stoplicht op groen is gesprongen nog vijf seconden blijven staan, is heel gewoon. Richting aangeven bij inhalen of afslaan is niet gebruikelijk. Je doet gewoon waar je zin in hebt en wie daar een probleem mee heeft die kan de boom in. (Zonodig deze overtuiging met een afdoend handgebaar bekrachtigen.) Toch rijden ze hier niet onverschrokken of roekeloos, eerder onbegrijpelijk. Neem nu het heilig geloof in de middenbaan. Op snelwegen met drie banen elke kant op rijdt het gros van de auto’s op de middelste baan; en niet omdat ze met z’n allen de langzame broeders ter rechterzijde aan het inhalen zijn. De rechterbaan is namelijk leeg. De langzame broeders rijden zelf ook middenbaan, als gevolg waarvan het daar niet erg hard gaat. Hardrijden doe je maar links. De rechterbaan is voor uit- en invoegen gereserveerd. Dat is praktisch en lovenswaardig wanneer er weinig verkeer op de weg is en de rechterbaan voor niks lijkt te zijn aangelegd, maar zodra het tot filevormingsfenomenen als dicht op elkaar kruipen en vervolgens bovenop de rem staan komt, krijgt de overtuiging iets zelotisch. Ik rij van nature rechts. Zo ben ik opgevoed. Dat is mijn normaal. Mijn eerste neiging was dan ook om als een heuse Duitser van rechts naar uiterst links te zwiepen en weer terug naar rechts, onder het mompelen van woorden in de trant van: mach’s doch endlich mal richtig! Maar daar voelde ik mij toch niet prettig bij. Ik haal nu gewoon rechts in. Dat gaat prima. Mijn nieuwe landgenoten, dat moet ik ze nageven, kijken daar namelijk nauwelijks van op. Ze begrijpen ook wel dat hun gelijk niet een ieders kan zijn. Dus rij ik lekker rechts. Het is er heerlijk rustig. En wie in wil voegen, die dwing ik met een dotje gas tot bescheidenheid.
maandag 21 april 2008
Cartoon characters
In het beursgebouw aan Plaça d’Espanya werd afgelopen weekend de jaarlijkse stripbeurs gehouden. Daar wilde zoonlief naartoe. Een carnavalsoptocht van meer en minder bekende striphelden zwierf door het publiek dat in meerderheid met behulp van make-up, een pruik of een rekwisiet zijn favoriete tweedimensionale persoonlijkheid had aangenomen. Genoeg te zien om wat te mijmeren te hebben, als vader en ondergrondse reiziger zijnde. Moderne strips gaan over emoties. De monsters die vaak met grof geweld en rondspattend bloed bevochten worden, zijn de eigen angsten en bij de opvoeding meegekregen taboes. Het kwaad is uiteindelijk altijd het kwaad van binnen. Vandaar waarschijnlijk dat er vrij veel gothics op zo’n middag afkomen. Het fysiek vormgeven van de postpuberale vrijheidsstrijd is ook in die kringen populair. De reiziger zocht zijn heil bij de humorstrips. De Belgische klassieken en wat er vroeger via Brussel uit Parijs naar Nederland kwam waren dun gezaaid. Humor is hier wat er al negentig jaar uit Barcelona komt. Het in 1917 begonnen tijdschrift TBO (klinkt als te veo = ik zie je?) had jarenlang zo’n impact op de Spaanse stripwereld, dat tebeos de officieuze en meest gebruikelijke aanduiding voor strips was. Spaanse striphumor is een mix van slapstick en maatschappijkritiek. Het mengsel van lachen en avontuur dat striplezen in mijn jeugd tot een voorname tijdpassering maakte mis ik hier. Zoonlief lijkt daar niet mee te zitten. Die verkiest Mortadelo y Filemón boven Asterix. De strijd tegen de jefe bevalt hem blijkbaar beter dan de worsteling met het monster van de staat. [Op de tekening: minister Carme Chacon volgens de Italiaanse blotevrouwentekenaar Manara, gepubliceerd op de voorkant van de krant El Periodico]
zondag 20 april 2008
Dierenbekering
De gemeente Barcelona wil graag een stierenvechtenvrije gemeente zijn, zoals je vroeger kernwapenvrije gemeenten had. Het helpt niet veel maar het lucht wel op. Helaas trekt net als nucleaire straling ook de dorst naar bloedige bekeringen zich weinig van stadsgrenzen aan. Nog altijd vinden ieder jaar een paar corridas plaats in de Plaça Braus Monumental, een massief bakstenen bouwwerk met Andalusische tegelmotieven langs de Gran Via. De liefhebbers vind je onder de immigrantenfamilies die in de jaren vijftig en zestig uit het zuiden hierheen kwamen. Voor hun is stierendoden meer dan een slachtpartij met voorspelbare afloop. Een stierengevecht is een bekering tot het katholieke geloof, niet ongelijk aan de manier waarop de conquistadores lang geleden de heidense volken met een welgemikte houw van hun roomse zwaarden tot het ware geloof brachten. Het christendom, zo is bekend, propageert het lijden als aardse levensvervulling, met verlossing in de dood. Dat is wat je bij een corrida de stieren ziet meemaken. Aanvankelijk stort de stier zich blakend van gretigheid de arena in. Na wat verwarrend gewapper met doeken worden er feestelijk versierde speertjes in zijn nek gestoken. Hier begint het lijden. Is het lijden bijkans ondragelijk geworden, dan volgt de onderwerping. Aan de hand van de torero en zijn rode lap met snaaks verborgen dodelijk steekzwaardje leert de stier dat zijn lijden uitzichtloos is en dat hij moet vertrouwen dat zijn meerdere hem de weg naar verlossing zal wijzen. Het dier legt zijn lot in handen van een mens, zoals de gelovige zijn lot in handen van de ongekende god legt. Zolang de geest nog strijdig is, dwingt de torero zijn lam tot een dans, het onderdeel dat mits goed uitgevoerd de meeste olés en applausjes scoort. Is het verlangen naar verlossing ten slotte over lichaam en geest vaardig geworden, dan tovert de missionaris zijn dodelijk stekertje tevoorschijn en prikt de stier met een liefst welgemikte stoot hup de dierenhemel in. Na afloop verzamelen de lekkerbekken zich bij de slagerij om een stuk rundvlees van absolute topkwaliteit te bemachtigen. Vooral de kloten zijn gewild.
zaterdag 19 april 2008
Geheim gedoe
vrijdag 18 april 2008
Niet eerlijk
donderdag 17 april 2008
Julliemannen
De ondergrondse reiziger is wel eens op zijn teentjes getrapt wanneer hij in een gesprek het verwijt krijgt: jullie mannen zijn ook allemaal hetzelfde. Hoezo jullie? denkt hij dan, ik heb niks te maken met wat andere mannen doen. De reacties die de nieuwe regering Zapatero in sommige kringen heeft opgeroepen, zullen het jullie mannen-sentiment wel weten aan te wakkeren. En niet ten onrechte. Het is vrij bar wat de vrouwelijke ministers de afgelopen dagen over zich heen hebben gekregen. Alle voorpagina’s haalde onze Milanese ridder, de om onbegrijpelijke redenen opnieuw in het zadel geholpen mensenhater Silvio Berlusconi. Toen Zapatero hem met zijn verkiezingsoverwinning feliciteerde, dat hoort zo tussen bevriende landen, gispte il Cavaliere zijn collega dat hij van zijn kabinet een dameskransje had gemaakt. Een week eerder had deze schuinsmarcheerder nog verkondigd dat hij veel meer van vrouwen hield dan zijn linkse tegenstrever Veltroni, want: onze parlementskandidates zijn veel mooier. Ook hier te lande toonden de commentatoren in de rechtse pers zich van hun vrouwvijandigste zijde. El Mundo over de zwangere Carme Chacon die minister van Defensie is geworden: Carmen met de grote trom. COPE over de 31 jaar jonge minister voor Gelijkheid Bibiana Aído uit Andalucía: heeft die flamencozangeres soms een liedjesconcours gewonnen dat ze minister van Ongelijkheid mocht worden? La Razón over Chacon: eerst moesten we al een rekruut met een kind tolereren, nu zelfs een minister. En ABC noemt Aído een danseresje en omschrijft de regering als een naaistersbataljon. Het is een fraaie verzameling beledigingen, gedaan door kleinzielige julliemannen die blijkbaar niet bij machte zijn een eeuwenoude neiging te onderdrukken. Dat komt meer voor, maar dat ze met dit soort kroegpraat een dik belegde boterham verdienen maakt hun vuilspuiterij des te treuriger. De julliemannen bepalen het discours ter rechter zijde. De ondergrondse reiziger wil graag gezegd hebben dat er ook een ander Spanje bestaat, het 21ste-eeuwse Spanje waar hij woont en waar ministers op hun daden worden beoordeeld.
woensdag 16 april 2008
Taalongemakken
De ondergrondse reiziger geeft tegenwoordig les bij een lasbedrijf in Castellbisbal, zo’n 20 km buiten Barcelona op een bedrijventerrein langs de snelweg naar Madrid. Het laswerk wordt volledig door machines gedaan. De negen cursisten hebben allemaal een procescontrolerende of administratieve functie. Wat ze met elkaar gemeen hebben is dat ze geen stom woord Engels spreken. Wat ze niet gemeen hebben is het gemak waarmee ze de taal oppikken. Dat is een talent dat zich weinig van ambitie aantrekt en nog veel minder van positie of vooropleiding. Soms weet de mindere het sneller dan de meerdere. Dat is voor die laatste niet zelden een pijnlijke ontdekking, valt de reiziger op, vooral wanneer het om oudere mannen gaat die in de loop van een arbeidzaam leven naar bescheiden aanzien zijn opgeklommen. Juist zij behoren tot de risicogroep, want als er één discriminerende factor is in de taalverwerving, dan is het leeftijd. Daar weet de ondergrondse reiziger alles van. De hersenen verliezen het vermogen zich een compleet nieuwe manier van denken en uitdrukken eigen te maken. De reiziger rekent het niet tot zijn taak om nieuwe, de gezagsverhoudingen doorbrekende hiërarchieën bloot te leggen. Het is dus zaak een ieder in zijn waarde te laten. Dat vraagt om scherpe waarneming en een alerte geest. Stel geen vragen die iemand niet kan beantwoorden en gun één of twee mindere goden het plezier een ongedacht talent in zichzelf te ontdekken. Doe je dat goed en laat je hen een voortrekkersrol vervullen, dan nemen ze je een hoop werk uit handen. Hun enthousiasme draagt de les. Hoef jij niet meer een energievretend vrolijk toontje aan te slaan.
dinsdag 15 april 2008
Lege bussen
Het is weer eens busstaking. Al de hele winter is er een lauwe staking gaande die zo nu en dan opflakkert. Soms is er een dag in de week staking, soms geen enkele dag. Vanochtend is een werkonderbreking voor onbepaalde duur begonnen, de tweede sinds december. Het loopt een beetje zoals het hier regent: als je erop rekent gaat het niet door en als je nergens op verdacht bent valt er bij het verlaten van de metro een bui op je kop. De reden voor de permanente stakingsdreiging is een slepend arbeidsconflict. De chauffeurs wilden graag twee achtereenvolgende dagen vrij, zoals in de meeste bedrijfstakken gebruikelijk is. Daartoe lijkt de directie van het grootstedelijk vervoerbedrijf inmiddels bereid, maar de vakbonden hebben meer noten op hun zang, zoals salarisverhoging en doorbetaalde pauzes. Burgemeester Jordi Hereu, die niet bekend staat om zijn krachtdadig optreden, heeft de stakers in overweging gegeven dat van de kosten van hun niet onredelijke eisen ook de service verbeterd kan worden. Ach ja, de service. De stakingen zijn na overleg tussen alle betrokken partijen bepaald op een halve dienstregeling in de spits en daarbuiten zo nu en dan of helemaal geen bus. Het conflict leidt inmiddels tot onrust onder de chauffeurs. Sommigen hebben er genoeg van en willen blijven rijden. Anderen gaan dan de stempelautomaten van hun bussen onklaar maken. Zo althans legt de directie de sabotage uit. De reizigers leren ermee leven. Die nemen de metro of de auto. De bussen ondertussen worden steeds leger. Kan de ondergrondse reiziger lekker zijn benen strekken.
maandag 14 april 2008
Zelfbeeld
Amnesty International klaagt dat Spanje de ogen sluit voor racisme. Er zijn geen openbare gegevens beschikbaar over het aantal gevallen van racistisch geweld, dat Amnesty op 4.000 per jaar houdt. Er wonen ongeveer 4 miljoen buitenlanders in Spanje. Die krijgen dus gemiddeld eens in de twee à drie jaar met een of andere vorm van racistisch geïnspireerde agressie te maken. De Spanjaarden zijn zich hier in overgrote meerderheid niet van bewust. De meeste burgers hebben niet eens in de gaten dat ze in hun houding en denken onderscheid maken tussen mensen. Ze geloven in onschuld langs al die nieuwelingen heen te leven. Slechts 0,7% van de bevolking denkt dat racisme in Spanje een probleem is. Ondertussen is het aantal personen dat zegt negatief tegenover buitenlanders te staan in zeven jaar tijd gegroeid van 8 naar 32% van de bevolking. De aandacht hier gaat uit naar de violencia de género, geweld tegen vrouwen, die door alle tv-journaals wordt bijgehouden. We zitten momenteel op twee doden per week. Daartoe worden ook de gevallen gerekend die in Nederland discreet onder de noemer familiedrama zouden worden geschaard: man doodt zijn ex en schiet daarna zichzelf door de kop. Zo heeft ieder land zijn eigen blinde vlek, of liever gezegd vlekken, want overdreven aandacht leidt tot even onheuse conclusies als te weinig. Er wordt hier meer gediscrimineerd dan we niet willen weten, maar het machismo is een minder ernstig probleem dan de journaals ons doen geloven. De Spaanse man is een xenofobe softie die ’s ochtends in de scheerspiegel een migrantenhuggende macho ziet.
zondag 13 april 2008
Zhù Yì!
Het Palau de la Virreina aan de Rambles laat contemporaine Chinese fotografie zien onder het motto: kijk nu eens. Mooie, gestileerde foto’s die je over zachte tapijten lopend mag bekijken. Het maakt het gebruikelijke museumzwijgen nog stiller, het maakt een verklarend gesprek met zoonlief minder opvallend. China, laten de ruim honderd foto’s zien, is een land in snelle ontwikkeling. Nieuw wordt over oud heen gebouwd, de kapitalistische schaal over de communistische die op zijn beurt over de menselijke was gelegd. Dat leidt tot allerlei vormen van vluchtgedrag bij de fotografen en hun onderwerpen, variërend van extreme omarming van alles wat nieuw is tot meer of minder agressieve maatschappijkritiek. Referentiecultuur is de Amerikaanse. Welvaart wordt in consumptie uitgedrukt. Daar ben je voor of tegen, want doen alsof het niet bestaat is feitelijk onmogelijk. Voorlopig is er nog heel veel armoe in China, of misschien moet je zeggen eenvoud, maar het leger bevrediging zoekende stedelingen groeit snel. Daar heeft de ondergrondse reiziger, als op bevrediging levende stedeling, natuurlijk weinig over te zeggen. Het is maar een constatering, de vaststelling dat voor zo kort als het duurt ook China een rijk en enerverend land zal zijn. Gaat dat zien.
zaterdag 12 april 2008
Inzoomen
vrijdag 11 april 2008
Algehele tevredenheid
Vandaag wordt in tweede termijn de tweede regering Zapatero geïnstalleerd. Afgelopen woensdag haalde de nieuwe ploeg geen absolute meerderheid bij de stemming in het parlement, waarmee de installatie van het geheel uit leden van de Arbeiderspartij samengestelde minderheidskabinet niet doorging. Vandaag, in de tweede ronde, is een eenvoudige meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen voldoende. Dat gaat zeker lukken. Woensdag al onthielden de regionaal-nationalistische partijen Verenigd Perspectief uit Catalunya en de Nationale Partij van Euskadi zich van stemming. Omdat ze dat vandaag volgens ieders verwachting opnieuw doen, wordt Zapatero’s regeringsverklaring tot algehele tevredenheid geaccepteerd. Hoewel het sinds 1977 niet is voorgekomen dat een nieuw kabinet pas in tweede termijn parlementaire goedkeuring verkrijgt, is de Arbeiderspartij tevreden dat men geen formele coalitie hoeft aan te gaan met de twee beoogde regionale bondgenoten uit Catalunya en Euskadi. In voorkomende gevallen kan Zapatero steun zoeken bij bijvoorbeeld klein links. Hij vertrouwt erop met dit soort ad hoc coalitievorming slagvaardiger te kunnen optreden dan wanneer hij een regeerakkoord met de in sociale kwesties vaak wat starre regionalen had moeten tekenen. Bij de Volkspartij zijn ze ook tevreden. Daar vreesde men eveneens voor een formele coalitie tussen de Arbeiderspartij en de door de nationaal-nationalistischeVolksen uiteraard zeer gehate regionaal-nationalisten. Er gingen stemmen op om niet te stemmen en Zapatero alle ruimte te geven om daarmee de volgende keer, wanneer men zelf weer eens aan de beurt hoopt te zijn, op eenzelfde coulante behandeling te mogen rekenen. Omdat nu de regionalen heel sjiek al in eerste termijn hebben laten merken vandaag geen stem uit te brengen, kan de Volkspartij toch gewoon tegenstemmen, tot tevredenheid van het electoraat en de rechtervleugel. Everybody happy, kortom.
donderdag 10 april 2008
Dode lucht
Op een zondagmorgen stapte de ondergrondse reiziger vroeg uit het bed in de verbouwde boerderij waar hij met zijn geliefde een weekendje logeerde. Hij wilde de omgeving verkennen en dat gaat het best wanneer de zon net boven de horizon begint te klimmen. Het is op dat uur lekker stil op straat. Je ontmoet geen argwaan en bent zogezegd alleen met de natuur. Nadat hij het elektronisch bediende toegangshek naar de verbouwde boerderij was gepasseerd, volgde de ondergrondse reiziger op goed geluk een boerenpad dat heuvel op heuvel af langs bosjes en akkers slingerde. Het was bitter koud in de schaduw van de bomen en lekker fris waar de eerste zonnestralen hem beschenen. Er werd hier volop graan verbouwd, zag de reiziger. De halmen stonden kniehoog maar het was nog te vroeg in het seizoen om korrels te zien hangen. Tussen de landerijen, meestal op een heuveltop, stonden uit ronde keien opgetrokken boerderijen. Van afstand zagen ze er rustiek, om niet te zeggen vervallen, uit. Toch waren ze volop in bedrijf. Dat werd de reiziger duidelijk toen hij benedenwinds zo’n stenen hoeve naderde. Een bekende geur prikkelde zijn neus en speekselklieren, de naar dood ruikende lucht van dicht op elkaar levende varkens. Er wordt veel varken gegeten in de binnenlanden van Catalunya. Vooral in worsten zijn ze hier goed, kruidige, gedroogde worsten als fet en butifarra waaraan je het dier goed kunt ruiken. Een feest is niet compleet zonder worst. Je kunt ze bakken of rauw eten. Wie niet tegen de werkelijkheid van het boerenland bestand is, kan zijn toevlucht nemen tot idyllisch ogende luchtfoto’s. Met Google Earth kom je tot op honderd meter boven de aarde, gegarandeerd geurvrij.
woensdag 9 april 2008
Habling Inglés
dinsdag 8 april 2008
Evenwichtstoestand
Wanneer ik met de auto in Nederland ben geweest, rij ik graag over de routes nationales naar huis terug. Het liefst ga ik bij La Jonquera de grens over. Daar begint de N-II, de oude hoofdweg die vanaf hier gezien na zo’n 750 km eindigt op Puerta del Sol in het hart van Madrid. De eerste honderd kilometer zitten er veel vrouwen op stoeltjes langs de weg. Ze roken of werken hun oogschaduw bij en lachen je, als je ze aankijkt, uitnodigend toe. Ze zijn daar neergezet door meestal Roemeense mannen die van dreigen en slaan een broodwinning hebben weten te maken. Maar de lol van de rit hem in het landschap. Voorbij de grens maken de dorre zuid-Franse vlakten plaats voor een steeds weer verrassend weelderige omgeving. Groene bossen, klaterende beekjes, sappige weiden, vette koeien en tevreden boeren: je vindt het in de provincie Girona. Dankzij de nabijheid van de Pyreneeën, die voor regen en bevloeiing zorgen, groeit en bloeit het hier dat het een aard heeft. Geen wonder dat de Grieken er 2.400 jaar geleden al aan land gingen. Na hen volgden vele anderen, laatstelijk Europese toeristen die zich aan de woeste kust vermeien met sangría en spit aan ’t kip. Die honderd kilometer over de N-II voelen als een terugkeer in de tuin van Eden. Zo mooi, zo groen en zo warm, het is moeilijk je een geschikter omgeving voor het menselijk lichaam in te denken. Hier hoef je niets anders te doen dan gedachten koesteren, schitterende of wrede of onbeduidende gedachten, dat maakt niks uit. Het is jammer dat de Gironezen van die nijvere geldverdieners zijn, anders zou je je hier werkelijk in het paradijs wanen. Nu overheerst een hypothetisch gevoel. Daarvan profiteert dan weer Barcelona, de grote vuile stinkstad die dankzij het noest bewerkte ommeland recht van bestaan heeft. Zo is er altijd wel evenwicht te vinden.
maandag 7 april 2008
Alledaagsheid
zaterdag 5 april 2008
In de wacht
De lente is gearriveerd. Het zonnetje schijnt, de vogels fluiten in de binnenplaats en overdag loopt de temperatuur al aardig op. De straten lijken opeens een stuk voller. Mensen doen lekker lang over hun wandelingetje naar de bakker of kantoor. Ze maken een praatje met de buren of hangen zomaar wat rond op een plek waar de soms nog frisse wind niet waait. Het leven speelt zich opeens weer buiten af en dat doet de stemming merkbaar goed. Maandenlang hing er een grauwsluier over de stad. Ergens in november was die er opeens. Soms was het uitgesproken guur en onaangenaam weer, soms viel het allemaal wel mee, maar hoe dan ook was het winter. De gezichten stonden zakelijk, gelachen werd er weinig. Wie op straat moest zijn had haast. De stad was in afwachting van het voorjaar. Ik moest in die onveranderlijke, van elkaar niet te onderscheiden maanden vaak denken aan twee momenten die als zomers einde in mijn geheugen staan gegrift. Ik heb meer van zulke momenten mee mogen maken, veel meer, maar deze zijn om een of andere reden tot iconen van de bijbehorende emoties uitgegroeid. Het ene betreft een septemberfeest op het gekraakte ADM-terrein in de Amsterdamse haven. Na een mooie dag stonden wij met jointjes en bier in de modder van een door honderden schoenen stukgelopen grasveldje langs het IJ. Onze zomerwens was nog lang niet ten einde, maar de met het vallen van de nacht optrekkende kou viel niet te negeren. Het was een kou die vertelde dat de winter eraan kwam, een besef dat mij van een romantische treurnis vervulde. We stonden daar tegen beter weten in de zomer nog een beetje te rekken, we hielden in ons denken manmoedig in stand wat eigenlijk allang voorbij was. Veel vroeger in het jaar, ergens midden augustus, maakte ik dezelfde gevoelens door in Helsinki, hoog in het noorden, waar de zomer even uitbundig als kort is en de omslag snel komt. Dat denken aan de zomer, niet willen accepteren dat de winter in aantocht is, dat is de manier waarop we hier al die tijd hebben geleefd. Het wordt nooit koud genoeg om werkelijk door een wintergevoel te worden overvallen, met loeiende kachels en een idee van gerechtvaardigde strijd tegen de elementen. Maar het is tegelijkertijd nooit warm genoeg om te geloven dat het best lekker weer kan zijn. Winter, dat is hier een kwestie van afwachten, van koude huizen en tegen heug en meug doorleven tot op een dag alles weer vanzelf gaat. Die dag lijkt nu te zijn gekomen.
vrijdag 4 april 2008
Geen dank, mevrouw
Als buitenlander val je op en als je opvalt verstoor je de rust, hoe miniem ook de rimpeling die je veroorzaakt. Je omgeving moet even aan je wennen, even ruimte maken voor jou in de door gewoonte gestuurde gedachten. Het is niet kwaad bedoeld, zo is schijnbaar de mens, van nature op zijn hoede. Ook de ondergrondse reiziger maakt het mee. Hoewel hij van zichzelf vindt dat hij naadloos opgaat in het allegaartje aan koppen dat voor Catalaans doorgaat en hoewel zijn lengte met de ook hier steeds langer wordende jeugd er niet echt uitspringt, voelt hij zich nog altijd als vreemdeling herkend worden. Een krant onder de arm steken en een vanzelfsprekende houding aannemen helpen hem niet niet. Het zal wel aan zijn oogopslag liggen. Hij straalt blijkbaar iets onmiskenbaar Noordeuropees uit. Nu kan hem dat niet zoveel schelen, maar hij vind het wel prettig dat men in dubio verkeert omtrent zijn precieze herkomst. Een ondergrondse reiziger heeft ook recht op de anonimiteit van de grote stad. Vandaar wellicht zijn zwijgende rol: zolang hij zijn mond niet opendoet, kan niemand zijn kreupele Spaans herleiden. Laatst vroeg een vrouw hem bij het verlaten van de metro welke uitgang ze moest nemen om in Carrer de Vallespir te komen. Dat was een lastig vraagje, want het station ligt precies halverwege die straat. Na enig dubben over de beste manier om haar met een kwinkslag op het onmogelijke van haar vraag te wijzen, stelde de reiziger als een echte Barcelonees de wedervraag of ze boven of beneden moest wezen. Alle straten die haaks op de kust staan hebben hier een beneden (kust) en een boven (berg). Ze begreep hem volkomen en sprak haar waardering voor zijn hulp uit in de taal die ze in zijn woorden herkende: Vielen Dank, Herr.
donderdag 3 april 2008
Machteloos
In de metro maak je wat mee, probeert een aanplakbiljet op het perron van een utiliteitsritje een spannend avontuur te maken. Waarom mag de metro niet gewoon saai, lelijk en goedkoop zijn? Het is toch een vervoermiddel? Overigens is het waar dat er van alles te beleven valt ondergronds, vooral als je een zwijgende toeschouwer bent. Van de week stapte bij Verdaguer een moeder met twee kinderen in, een jongen van de brugklasleeftijd en een klein meisje van een jaar of vier. Moeder en zoon gaan naast elkaar zitten, schuin tegenover de ondergrondse reiziger. Het meisje gaat op onderzoek uit. Met haar groezelige wangen en haar priemende oogopslag weet ze de aandacht te trekken van een al wat oudere trut. Dat wil zeggen, het is een bejaarde dame aan wie je nog goed kunt zien dat het vroeger een vreselijke trut moet zijn geweest. Ze draagt een blauw mantelpakje en houdt met twee handen een grote rode handtas op haar schoot vast. Na het meisje een tijdje bezig te hebben gezien met onbevangen zijn, iets wat haar al heel lang niet meer gelukt kan zijn, opent mevrouw haar tas, wenkt het kind en wil haar een muntstuk in handen duwen. Nee, dat hoeft niet, roept moeder. Het kind weifelt. Aannemen mag niet, maar die mevrouw is niet eng en het geld lonkt. Het kan geen kwaad, dringt mevrouw aan. Moeder wil niet, dochter wil wel en uiteindelijk, vooruit, dan moet het maar. Het geldstuk blijkt een munt van twee euro te zijn. Groot is moeders schaamte. Dat haar dochter als een zigeunerkindje uit schooien gaat! De reiziger werpt haar een glimlach toe. Hij heeft het ook allemaal mogen meemaken, wil hij zeggen, met een zoon die voor de duvel niet bang is en in menige compromitterende situatie verzeild is geraakt. Trek je er maar niks van aan. Trek je vooral niks van al die avontuurzoekers rondom je aan. Na enig aarzelen glimlacht ze terug. Het is waar, we staan machteloos.
woensdag 2 april 2008
Sic transit
Rodolfo Chikilicuatre verovert Spanje en Europa. Rodolfo Chikilicuatre zingt een vreselijk dom liedje over een nog veel stompzinniger dansje dat hij naar zichzelf de chikichiki heeft genoemd. Hoogtepunt van zijn optreden is de moonwalk die Chikilicuatre de Michael Yason noemt, Spaans voor Michael Jackson. Rodolfo Chikilicuatre draagt een grote zwarte kuif met doorzonbril en van die vleugelbakkebaarden die tot aan de scheerlijn de maximaal beschikbaar gestelde baardbreedte beslaan. Om zijn hals hangt een uitermate lullig plastic kleutergitaartje. Zijn begeleidingsgroep, bestaande uit de achtergronddanseressen Disco en Grafia, is eveneens van (iets smallere) bakkebaarden voorzien. Rodolfo Chikilicuatre is een creatie van de acteur David Fernández die als typetjesspeler in een komisch tv-programma optreedt. Na het debuut van Chikilicuatre in januari kwamen de programmamedewerkers op het lumineuze idee om de chikichikidanser naar de Spaanse voorronden van het Eurovisie songfestival te sturen. Dat hij met dank aan de via myspace uitgebrachte stemmen met glans zou winnen was eigenlijk niet voorzien. Nu moet David Fernández nog tot eind mei Rodolfo Chikilicuatre zijn. Rodolfo Chikilicuatre is altijd en overal aanwezig om zijn ‘Baila el chikichiki’ ten beste te geven. Afgelopen weekend viel hij nog op de motorraces in Jerez te bewonderen. Hij komt die arme David Fernández de neus uit. Rodolfo Chikilicuatre is uitgebreid op youtube te zien. Op zijn eigen website kun je tot eind mei zijn onwaarschijnlijke avonturen volgen. Daarna komt hij te overlijden.
dinsdag 1 april 2008
Wat zeg je?
Abonneren op:
Posts (Atom)