vrijdag 30 november 2007

Theedoek

In de Carrer de l’Arc de Sant Agusti, in de zijbeuk van de kerk, is een voedseluitgiftepunt voor zwervers en andere behoeftigen. Ertegenover is bodega Montse gevestigd. Je moet het weten, anders zou je achter de zwartgebeitste houten poort met de kleine deur erin geen activiteiten vermoeden. Binnen kun je aan een formica tafeltje zitten of gewoon ergens staan. De televisie schalt en er mag gerookt worden. Je zou haast zeggen: er moet gerookt worden. Van het plafond hangen enorme stofwebben neer, druipende zuilen van vuil, gedrenkt in de teer van vele duizenden sigaretten. De zaak wordt gedreven door een oude vrouw met een theedoek in haar handen en haar zoon van rond de dertig. Ik was er een keer om een glaasje wijn te pakken. Hij was zo te zien half debiel en zij maakte een bazige indruk. Ik durfde niet op voorhand te besluiten wie van deze rolverdeling de schuld droeg. Gelukkig zijn er dan verwikkelingen om klaarheid in de zaak te brengen. Ik bestelde in lijn met mijn voornemen een glas wijn bij de vrouw. Zij verwees mij naar haar zoon. Die kwam reeds op mij toe huppelen, zijn best doend om zijn stuurloze ogen op mij te richten. Ik herhaalde mijn verzoek. De jongen wierp een steelse blik op zijn moeder. Die luisterde naar een dronken redevoering, met de onthechte belangstelling die de ervaren kroegbaas kenmerkt. Gauw pakte de jongen een zo te zien gebruikt glas van de bar en tapte wijn uit het reusachtige vat achter zich. Hij zag dat ik zijn bewegingen volgde en plooide zijn gezicht in een verlegen glimlach. Zo gaat dat hier, leek hij te willen duidelijk maken. Vanuit zijn ooghoeken verzekerde hij zich ervan dat moeders niets door had. Helaas had hij buiten haar zesde zintuig gerekend, niet voor het eerst waarschijnlijk. Op het moment dat hij mij het glas wilde aanreiken, draaide de baas zich vliegensvlug om, krijste enkele onverstaanbare woorden en sloeg zoonlief als met een zweep met haar theedoek op zijn polsen. Wijn morste op de vloer. De jongen gilde en vluchtte achter de bar. De vrouw uitte zich in nauwelijks gemeende verontschuldigingen. Ik glimlachte haar toe. Het gaf niets. Voor de zekerheid stak ik een sigaret op.

Geen opmerkingen: