vrijdag 16 november 2007

Momentopnamen

Om mijzelf te wapenen tegen de aanzwellende oorlogsretoriek heb ik in de Fundació Antoni Tàpies een tentoonstelling van de Iraanse fotograaf Bahman Jalali bezocht. Jalali heeft vanaf eind jaren zestig het dagelijks leven in zijn vaderland vastgelegd. Daarnaast beheert hij de archieven van eerdere fotografen. Ik zag een diareportage over de revolutie van 1979. Je kon zien dat iedereen de shah weg wilde hebben maar dat niet iedereen een imamfan was. Blijkbaar waren sommigen bereid een hoge prijs te betalen of lieten zij zich bedwelmen door het moment. Er waren ook foto’s van de oorlog met Irak, van vissers en van lang geleden, mooie portretten van trotse maar ook verrassend kwetsbare mannen. Aan de getoonde verzamelingen zag je hoe cultuur de mensen vormt. De tijd waarin ze leven speelt een belangrijke rol, vooral tot uiting komend in de afhankelijkheid van techniek. Daarnaast spreken de op klimatologische omstandigheden geënte gebruiken een woordje mee, evenals het geloof en de politiek van wie er maar de baas is. Wie is een vriend, wie is een vijand? Aan de oogopslag van die honderden geportretteerden kon je aflezen met hoeveel kracht hun gedachten waren voorgevormd. Zo is het en niet anders. En omdat het overal weer anders is – zie bovengenoemde redenen – kent elk land zijn eigen kenmerkende gelaatsuitdrukking. Alleen kinderen zijn anders. Kinderen kijken als zichzelf uit hun ogen, overal en altijd, onafhankelijk van hun omgeving. Kinderen lijken daardoor op elkaar. Op een dag gaan ook zij voor de bijl, natuurlijk, de een wat eerder dan de ander. De ultieme valbijl is de oorlog. Oorlog maakt snel volwassen. Oorlog laat geen ruimte voor twijfel of vrijdenken. Iran heeft er in het recente verleden al een paar mogen meemaken. Het wachten is nu op het volgende buitenland dat ze inpepert tot welke cultuur ze behoren.

Geen opmerkingen: