maandag 5 november 2007

Trots op Amsterdam

Ik was weer even in de oude stad. Ik trof het. Ik mocht een weekend mee op de slippen van de zelfbeoogde nachtburgemeester Alfredo Ex, alias Dr. Freakenstein alias de Bogeyman. Ik was onder de indruk van zijn leeftijd en zijn ruime ervaring, onontbeerlijke eiggenschappen voor een dergelijke verantwoordelijke functie. Zo kwam ik nog eens ergens. Ik stelde vast dat sommige nachtvlinders zijn uitgevlogen en dat er nieuwe exotische exemplaren rondfladderen. Ik hoorde de gebruikelijke jammerklachten over het verval der zeden aan – omdat de toeristen zich niet weten te beheersen mogen de kabouters opeens geen paddestoelen meer plukken – maar ik proefde ook een zekere strijdbaarheid, een bij steeds meer mensen postvattende gedachte dat nu de bodem van de put wel is bereikt en dat de tijd is gekomen om een positieve, mens- en natuurvriendelijke leefwijze uit te dragen. In de tram dacht ik daar langer over na. De roep om eensgezinde opvattingen heeft inmiddels zoveel verdeeldheid geoogst, dat een verdeelde opstelling – ik ben anti – niet langer revolutionair genoemd kan worden. Het is juist heel erg establishment om anti te zijn, het systeem is immers tegen iedere vorm van verdraagzaamheid gericht. Iedere poging tot onderling begrip wordt door politiek en media kapotgepraat. Daar heeft een groeiende groep mensen genoeg van. Door onzichtbare schakels verbonden laten steeds meer mensen zich door al dat gesodemieter niet langer de kop gek maken. Dat deed mij goed.

Geen opmerkingen: