donderdag 22 november 2007

Ballenhijser

In Collblanc, waar Barcelona en l’Hospitalet naadloos in elkaar overgaan, ligt een plantsoen met tussen de bomen negen petancabaantjes. Petanca is Catalaans voor petanque. Na de recente renovatie zijn de banen aan de uiteinden van een houten beschot voorzien, zodat de ballen niet doorschieten. In de namiddag komen de bejaarde mannen uit de buurt hier een kogeltje werpen onder het genot van ongedwongen conversatie. Wie niet wil praten, steekt er een grote sigaar bij op. Ik zie ze wanneer ik aan het eind van de dag zoonlief van school haal. Ze gaan gekleed in het vrijetijdstenue van hun generatie, een tot over het embonpoint gehesen wijd vallende grijze pantalon waarin de klepel vrij spel heeft en een heel licht getint overhemd, liefst lichtblauw maar groen of roze mag ook. Wanneer het koud is kan daaroverheen een vest of trui gedragen worden. Liever geen jas, een jas is zo fabriek. Als kind gingen ze samen naar school, daarna dreven de maatschappelijke verschillen hen uiteen, en nu zijn ze weer min of meer gelijk. Alleen aan de sieraden laat zich zien dat sommigen meer verdiend hebben dan anderen. Een enkeling bukt niet meer zo lekker en draagt daarom een magneet aan een koordje bij zich. Heel handig, je hijst de ballen zonder moeite op. Aan de zorgvuldige afwerking te zien hoort dit apparaat tot de standaarduitrusting van de ervaren speler. Met lichte jaloezie neem ik hun geluk waar. Het is jaloezie uit nieuwsgierigheid. Wil ik dat ook wanneer mijn tijd is gekomen? Met vrienden rond zo’n zandbak staan ginnegappen, het doet denken aan de middagen die ik rond de biljarttafel sleet. Ik was jong en had geen haast. Maar dan mag ik eerst aan mijn fysiek werken. Kort en breed zal ik wel nooit meer worden, maar een maatje dikker moet kunnen.

Geen opmerkingen: