woensdag 5 maart 2008

Made in Barcelona

Diego en Armando zijn broertjes. Diego zit in de tweede klas, Armando in de eerste. Ze zitten ’s ochtends tegenover ons in de bus. Zoonlief kent Diego van het schoolvoetbal. Diego en Armando zijn dikke kinderen. Ze zijn zo jong al een stuk dikker dan ik ooit van mijn leven zou willen zijn. Diego is een bazig typje. Dat zie je aan de manier waarop hij van een bakje gepofte mais snoept. Hij zit er breeduit bij, de elleboogjes naar buiten gekeerd, het dikke hoofdje in de nek, en telkens wanneer hij met een economisch gebaar wat pofsels in zijn opengesperde mond duwt, doet hij een uitspraak: Messi was erg goed gisteravond, de scheids had nooit een penalty mogen geven - iets in die trant, zoals gepensioneerde voetballers het zo mooi kunnen. Diego is een self-made ventje, daar laat hij geen twijfel over bestaan. Diego heerst graag over zijn omgeving. Diego gaat vaak in volledig Barça-tenue, kosten circa honderd euro, gekleed. Iedere week heeft hij wel iets nieuws: een vest, een jas, schoenen, een tas. Uiteraard heeft hij een i-pod. Diego kan aardig een balletje hooghouden, maar hollen zit er met zijn lijf niet in. Hij moet het van zijn opstelling hebben. Diego’s vader is een zwijgende voetbalkrantenlezer. Wanneer ik hem zie leest hij zwijgend een voetbalkrant. Diego’s toegewijde moeder legt net iets te veel nederigheid in haar glimlach. Diego en Armando krijgen alles wat hun ouders nooit hadden. Ze worden ermee overladen. Nu al is duidelijk dat Diego die weelde niet gaat kunnen dragen. Armando, die zoals een tweede kind betaamt bescheidener en goedlachser door het leven gaat, biedt meer hoop op verwezenlijking. De moeder weet dat. De vader wil het niet weten, lijkt het. Liever leest hij zijn voetbalverhalen tot leven.

Geen opmerkingen: