vrijdag 24 oktober 2008

Nacht en ontij

Hij had niet gerookt. Dat was in elk geval positief. Normaal kostte het weinig moeite om een sigaret te laten liggen, maar met drugs in zijn lijf verlangde hij altijd naar de beet van tabak achter zijn borstbeen. Dat de maan scheen en bijna vol was, was ook positief. Kon hij tenminste zien waar hij zijn voeten neerzette. Hij had gemerkt dat een sukkeldrafje, een dansend ritme, veel valpartijen voorkwam. Na twee uur was hij volkomen uitgeput neergestort en toen de nacht viel en de maan zijn pas verlichtte was hij steeds een stukje verdergegaan. Het was stil om hem heen. Nergens brandden lichtjes, nergens klonk geluid. De ondergrondse reiziger was bang. Angst was op dat moment zijn raadgever. Hij had geen verstand van de sterren, stedeling die hij was, en de geografie zat ook niet in zijn hoofd. Hij was Toledo voorbij en dan was Ciudad Real niet ver meer, dat wist hij nog net, maar niet ver, dat was al gauw een paar dagen lopen. Hij deed zijn best een rechte lijn te volgen. Hij had onthouden waar de zon onderging en hij had wel de indruk in min of meer zuidelijke richting te gaan. Je moet altijd pauzeren wanneer de zon ondergaat en opkomt, had hij langs de snelweg in Duitsland geleerd. Even wachten tot de verandering achter de rug is, dan wen je er het snelste aan. De ondergrondse reiziger moest lachen. Dat begreep die rare geldwolf niet. Je kunt mensen wel hun geld afpakken maar niet hun verlangen om zich aan te passen. Er kwam vanzelf een nieuw systeem om weer het beste van te maken. En het zou nog erger zijn. Steeds erger was immers het patroon. Al babbelend drong de ondergrondse reiziger zich zijn eigen gezelschap op. Over een uur of wat werd het licht, dan moest hij maar eens zien of hij meer kon ontdekken. Inmiddels trokken er wel wolken voor de maan en stak een fluisterende wind op. De reiziger was na een hele nacht lopen zo aan zijn eenzaamheid gewend geraakt, dat het geruis hem van schrik deed inhouden. Waren dat stemmen die hij hoorde? Behoedzaam liep hij verder, tegen een lichte glooiing op. De ondergrondse reiziger keek om zich heen. Alles was donker. Hij had willen doorlopen tot hij bij een weg kwam, dat leek hem de beste manier om een dorp te vinden. Daar moest hij nu niet meteen van afwijken, vond de ondergrondse, eerst eens kijken wat er was. Vlak voor de heuveltop brak opeens de hemel en een beetje maanlicht scheen naarbinnen. De reiziger zag vier schaduwen, vier gestalten die met de armen in de lucht naast elkaar stonden. Ze praatten tamelijk luid hier boven waar de wind wat harder woei, maar nog steeds onduidelijk alsof ze met hun rug naar hem toegekeerd stonden. De reiziger schoot voorzichtig in de lach. Hij liep wel steeds van de goede kant de verkeerde situatie binnen, dat had iets hoopvols. Toch leek het beter te wachten tot de vier waren verdergegaan. De reiziger vond bescherming bij een onderkomen struikje in het verder ongebroken kale land. De maan was weer verdwenen. Vergeefs luisterde hij naar de stemmen. Er zat een slepend ritme in, merkte hij, alsof ze steeds dezelfde argumenten herhaalden. En waarom ze daar maar bleven en niet verder gingen werd ook steeds vreemder. De ondergrondse reiziger begon te vermoeden dat hij zich vergiste. Er waren daar vier machines, een tijdelijke installatie misschien, een stilgelegd bouwproject. Met de maan was gek genoeg ook de diepste duisternis weg. Het eerste ochtendzweem goot blauwe inkten over het zwart. Zelf toonde de hemel al een lichte vlek. Opeens wist de reiziger wat hij ging zien. Hij wilde niet kijken. Hij voelde zich heel dom. Toen wierp de opkomende zon van het ene op het andere moment zo’n vlijmscherpe lichtstraal op de vier molens dat hij niet wegkijken kon. Ze waren wit. De reiziger ging op de top van de heuvel staan en zag de dag in het dal aanbreken. Hij zou nu wel een ezel willen, of een paard, om verder te gaan. Daarginds zag hij een kerktoren. Hij zou hier ergens kleren kunnen vinden, wilde de ondergrondse reiziger, liever dan een ezel bedoelde hij. Hij moest maar eens op zoek gaan.

Geen opmerkingen: