vrijdag 10 oktober 2008

Cocodrilo

Uiteindelijk leiden alle wegen naar Madrid. De dorpen die stadjes waren geworden werden voorsteden en de weg die ze verbond werd een kralenketting van rotondes en stoplichten. Herminio Pan keek zijn ogen uit. Mooi, heel mooi, zei hij telkens. Moet je kijken, niños limpios en todos partes. Hij grijnsde en voegde er met onmiskenbaar sarcasme aan toe: a mi me parece casi como el paraiso. De ondergrondse reiziger herkende die woorden uit de inmiddels driemaal afgespeelde cd. Luister eens, zei hij, ik kan je manager niet worden. Niet? Herminio, onderhand aardig zatjes van de 43, begon te huilen. Wie zal mij dan helpen? Ik ben een muzikant, ik heb een manager nodig. De ondergrondse reiziger werd kriegel van zoveel gelamenteer dat wat hem betreft met een slokje minder vermeden had kunnen worden. Nou jongen, gromde hij, ik zou zeggen, maak van een scheet geen donderslag. Herminio, die hem kennelijk verkeerd had verstaan, lachte door zijn tranen heen. Een donderslag, van een scheet, ja, da’s een goeie. De ondergrondse reiziger, doortastend als hij zijn kon wanneer hij onverwacht werd gevleid, dook voor een aanstormende bus een smal straatje in. Vergeet die grap nog even, ik breng je naar een café waar ze je muziek vast wel waarderen en waar ook je plant welkom is. En dan moet ik het maar uitzoeken? veronderstelde Herminio. Inderdaad, maar je moet maar zo denken, Madrid is een stuk groter dan San Gilipollas en het stikt hier van de mensen die dolgraag beroemd worden. Met zijn aanstekelijk gebabbel wist de reiziger de stemming weer wat op te fleuren. Toen ze stilhielden voor een kale gevel met gebroken ruiten en een blinde deur van plaatstaal, was Herminio Pan overtuigd dat hij het ging maken. Een inspirerende omgeving, sprak hij goedkeurend, ik krijg allemaal nieuwe ideeën. La droga me chupa, wat zeg je daarvan? La droga me chupa y me sale por la nariz. Heel leuk, zei de ondergrondse reiziger. Hij hielp Herminio zijn plant uit de auto tillen en stak zijn hand uit. Het ga je goed, jongen. Ik zie je, man, antwoordde Herminio Pan. Ik denk het niet, geloofde de reiziger. Hij had opeens haast. Hij voelde dat een nieuw avontuur op hem wachtte.

Geen opmerkingen: