zaterdag 1 november 2008

Haiku Tevreden aan zijn pijpje lurkend bezag de kleine boer zijn balkon. De basilicum groeide zo ver in oktober nog lustig door. Dagelijks plukte hij er zes, zeven grote bladeren van die zijn dieet van smaak en vitaminen voorzagen. In de pot aan de muur was het ludiek verstrekte tijmzaadje tegen de bedoeling of in elk geval de verwachting in uitgegroeid tot een slinger van paarsgewijs gerangschikte blaadjes (als vlinderstrikjes) die hij graag door de winter zou helpen. Maar zijn geluk betrof de drie marihuanaplanten die op het noordelijk gelegen balkonnetje alleraardigst waren opgewassen en die nu hun geurende rijpe bloemenvracht toonden. De kleine boer stak zijn neus in die weelde, snoof eens diep en berekende de opbrengst door aan plastic zakjes van twee gram te denken. Hij zag heel veel zakjes voor zich. Dat krijg ik nooit op, dacht de kleine boer. Van dat ene bloempje dat hij van de week te drogen had gelegd om de kwaliteit te kunnen beproeven was hij knetterhigh geworden. Hij zou wat moeten verkopen of ruilen tegen gunsten. Vrij veel zelfs. De kleine boer grijnsde voor zich uit. En plena crisis económica had hij misschien een groene investering gevonden. Altijd safe natuurlijk, grond, bij slinkende geldvoorraden. De kleine boer lachte al wat luider. Je woont niet voor niets in een warm land, betoogde hij tegen de nacht. De kleine boer vroeg zich af of er meer gewassen met een hoge opbrengst waren. Iets voor het winterseizoen dat er nu snel aan kwam. De winter was hier zo vreselijk niet, maar er waren dagen dat een snijdende bergwind de flat in een kille greep nam. Huiverend liet de kleine boer zijn gedachten naar zijn troostrijke planten terugwaaien. Langs de hemel gleden de gekleurde lichtjes van een dalend vliegtuig voorbij. De kleine boer dacht aan Japan. Langzaam zakte zijn hand richting zijn kruis.

Geen opmerkingen: