zondag 14 september 2008

Nieuw begin

Terug van een verblijf in Nederland liep ik van de week de ondergrondse reiziger tegen het lijf in, waar kan het ook anders, de metro. We zagen elkaar op het perron van Diagonal (blauwe lijn), waar ik uitstapte en hij wilde instappen. Ik vroeg waarom hij niet meer langs kwam om over zijn avonturen te vertellen. Zijn laatste bijdrage was alweer zes weken oud. Zelf maak ik weinig opwindends mee. Geld verdienen en voor de kinderen zorgen, hoe lang kun je daar over schrijven? De reiziger lachte meewarig. Hij had ook niet veel te zeggen, bedoelde hij. Hij was wel uitgepraat over wat er zo bijzonder is aan Barcelona. Hij kwam ondergronds steeds vaker dezelfde koppen en dezelfde verhalen tegen, leek het. Ik kan toch niet eeuwig op een geinige manier oud nieuws herkauwen? vond de reiziger. Ik was dat om zakelijke redenen niet met hem eens. Je vertelt er altijd aardig over en mijn pen maakt er prettig leesbare stukjes van, vleide ik. De ondergrondse reiziger hiklachte minachtend. Wist ik niks beters te verzinnen? Ik zag dat zijn uitnodiging gemeend was, dat hij om zo te zeggen het spelelement serieus nam, en accepteerde het aanbod. Om te beginnen troonde ik hem mee naar een ondergrondse bar ter grootte van een krap bemeten klerenkast, waar ik de biertjes vrijelijk liet aanrukken. Wou hij er een zuur visje bij? Vervolgens sprak ik in bewonderende woorden over zijn moed om zich op enigszins gevorderde leeftijd zonder duidelijke reden of aanleiding in een vreemde stad te vestigen. De reiziger wimpelde mijn weëe praatjes af. Stelt niks voor, bromde hij. Ik lachte stilletjes, want ik had zijn opwinding te pakken. Maak het wat persoonlijker, adviseerde ik. Hoe is het om in een ander land te gaan wonen? Lukt het integreren een beetje? Of is aanpassen een mythe om bange burgers te paaien? Vertel me dat. Je hoeft niet boos te zijn. Het mag luchtig. En als er iets opmerkelijks gebeurt, als heel het land over ons praat, dan kunnen we het er altijd nog over hebben. We houden die onduidelijke mix erin. Licht aangeslagen door het vroege bier stemde de ondergrondse reiziger toe. Maar niet elke dag, bracht hij uit, elke dag red ik niet. Om de dag is prima, lachte ik. Ik trok mijn notitieboek tevoorschijn. Zullen we dan beginnen? Dinsdag, prevelde reiziger, geef me tot dinsdag. Is goed, juichte ik, dinsdag dan.

Geen opmerkingen: